Week 34 - 35: Thailand, waar grenzen vervagen….

Thailand: nieuwe regels die het voor overlanders bijna onmogelijk maken om door het land te reizen. Een gids en aanvullende vergunningen zijn verplicht en kostbaar, iets wat niet binnen ons reisbudget past maar waarvoor we ook niet zijn vertrokken uit Amsterdam. Maar grenzen kunnen vervagen wanneer je een dienstbare glimlach toont of met een geveinsde onwetendheid een douanier ‘verleidt’. Op een Nederlands geregistreerde motor ‘illegaal’ door Thailand, een reis om nooit te vergeten!

Dinsdag 9 januari 2018 Wang Prachan border (Maleisië) – Chumphon (Thailand)

Na een klein stukje door niemandsland parkeren we de motoren voor het eerste Thailand-douane hokje. We moeten een klein visum-formulier invullen en krijgen zonder problemen een visum voor 30 dagen. Nu nog toestemming om met de motor het land binnen te rijden…

 

Sinds 26 december 2017 heeft Thailand strengere regels voor toeristen welke met een eigen voertuig het land willen doorreizen. Er dient een speciale vergunning aangevraagd te worden (minimaal 45 werkdagen voor aankomst), een kostbare en vervelende bureaucratische procedure. Bovendien is het reizen zonder een, door de overheid erkende gids/reisorganisatie verboden. Een combinatie van veel geld en papierwerk waar we niet aan willen beginnen. Maar het ambtelijk apparaat in Thailand werkt blijkbaar niet al te nauwkeurig. Zo horen we van andere overlanders dat ze bij de zuidelijke kleine grensovergangen tot voor kort nog niet op de hoogte zijn van deze regels. Een kans voor ons dus om de regels te omzeilen, heel veel geld te besparen en toch een deel van Thailand met onze motoren te bezoeken!

 

Met het bovenstaande in gedachten zijn we toch wat zenuwachtig voor de grensovergang, iets wat ons al een tijdje niet meer is overkomen. Maar we krijgen al snel het gevoel dat het wel goed gaat komen vandaag. We moeten ons bij een mannelijke douanier met paspoort en motorpapieren melden. Terwijl zijn assistente onze gegevens in de computer verwerkt wil hij met de ‘long people from Dutchland’ op de foto! Hij komt niet eens tot Bertha haar schouders en lacht hard als hij de foto op zijn Facebookpagina zet. Nadat Erik hardop de motorbloknummers opgelezen heeft krijgen we een goedkeurend knikje en mogen we vertrekken: ‘have fun!’.

 

En daar rijden we dan, zonder vereiste vergunning of gids, dwars door de jungle onze eerste ‘illegale’ kilometers in Thailand. De weg kronkelt door de dik begroeide jungle en we ervaren een wat gematigder klimaat. In vergelijking met Maleisië lijkt het weer wat minder drukkend, we zweten al iets minder in onze motorpakken. En voor vandaag perfect, we moeten bijna 500km afleggen vandaag. Het eerste deel van de route loopt door de provincie Songkhla, door het ministerie van buitenlandse zaken (BuZa) aangewezen als ‘niet-reizen gebied’. In deze gebieden komen zeer regelmatig (lees: dagelijks) aanslagen voor gericht op bestuurders van het land waar ook veel (dodelijke) burgerslachtoffers bij vallen.

Foto 1 – BuZa niet-reizen gebied 20180109

Behoudens kleine grensdelen van Pakistan zijn we niet eerder door een ‘rood’ gebied heen gereden. Tijdens onze reis ervaren we dagelijks dat de wereld in het echt heel anders is dan het advies van onze Nederlandse bestuurders of anders dan hoe (social) media bericht over landen of bevolkingsgroepen. Maar we willen geen onnodige risico’s nemen en rijden daarom wat sneller door het gebied heen.

 

Wanneer we bijna in het stadje Chumphon aangekomen zijn begint de ketting van Erik behoorlijk kabaal te maken, dit is niet goed. Maar ook de snelheidsmeter is ermee opgehouden. Naar de toegestane snelheden kijken we al lang niet meer, maar dat de dag- en kilometerteller nu ook niet meer werken is wel een probleem.

 

We zijn er bijna en besluiten morgen de motor goed te inspecteren. We checken in bij Euro Boutique Hotel, waar de Katoey (ladyboy) van de receptie haar ogen niet kan afhouden van Erik. Na alle formaliteiten lopen we de trap op en krijgt Erik zijn eerste handkusje toegezonden. Het hotel is ook nog eens ver boven onze verwachting wat het vrolijke onthaal extra glans geeft!

 

We hangen onze motorpakken en onderkleding aan elke beschikbare hanger, spijker of deur cilinder op om te drogen. En na een opfrissende douche gaan we op zoek naar een leuk eettentje. Er stonden nog verrassend veel restaurants op Tripadvisor en dat voor een stad die nauwelijks bekend is onder toeristen. We wandelen door het stadje naar het café/restaurant wat op nummer 1 staat. Maar na zo’n 15 minuten wandelen zien we vanaf het trottoir aan de overkant welgeteld 1 klant aan de bar zitten. Mooie topnotering ten spijt, maar wij gaan ergens anders eten! Of dit nou ook direct de beste keuze van de dag was? We hebben een kleine 5 minuten terug een barbecue restaurant gezien welke ons deed denken aan Kuala Lumpur. We nestelen ons tussen de plaatselijke bevolking en worden op weg geholpen door de serveerster met een extreem kort rokje. We krijgen een kleine barbecue en een fondueset voor onze neus gezet waar we vlees, vis en groente kunnen koken of bakken. Later leren we dat alleen de fondueset voldoende is, hiermee kun je namelijk koken en bakken tegelijk.

Alles wat ons maar enigszins lekker lijkt gaat op het vuur of wordt gekookt. Vis, groente, en veel vlees (voornamelijk voor Erik, mannen en barbecue…). Het smaakt uitstekend, maar opeens zien we de eerste rat over de vloer heen schieten. We zitten een beetje aan de zijkant van het restaurant en zijn inmiddels één van de laatste klanten. En dan komen de niet-betalende gasten op bezoek voor de restjes. We zitten vermoedelijk vlak naast een rattenappartement, we zien ze werkelijk overal zitten. We gaan in kleermakershouding op de stoelen zitten (voetjes van de vloer!) en eten snel nog wat van de barbecue. Maar de eetlust was bij het zien van de eerste rat al aangetast, na de ontdekking van de broedplaats besluiten we het snel voor gezien te houden. We rekenen een kleine EUR 10 af en vluchten de tent uit.

Foto 2 – Thaise Barbeque 20180109

Woensdag 10 januari 2018 Chumphon

We hebben heerlijk geslapen en worden langzaam wakker gemaakt door de vrolijk fluitende vogels in de achtertuin. Het buffet-ontbijt van EUR 2 per persoon smaakt uitstekend, versgebakken spiegeleieren en sappig fruit maken dit hotel als één van onze grootste favorieten.

Na het ontbijt begint Erik aan de inspectie van zijn motor. Al snel ziet hij het probleem, het onderste blokje wat de ketting moet geleiden is losgeraakt. De bout is verdwenen en het rubber blokje is vast gesmolten aan de uitlaat. Eigenlijk een geluk bij een ongeluk, het blokje is nog niet extreem beschadigd en zonder blokje loopt de ketting niet zoals het hoort.

 

Tussen alle reserve bouten en moeren, meegenomen uit Nederland en een overblijfsel van het ongeluk in India zit helaas niet de juiste bout om het blokje weer te monteren. Erik trekt het stadje in en vindt bijna om de hoek een klein brommerzaakje waar hij in de grote bak met bouten en moeren mag graaien. Tijdens de zoektocht vertelt hij de geboeide eigenaar ons reisavontuur. Hij kan het amper geloven dat we van zo ver zijn gekomen met een motor, en is vereerd dat Erik uitgerekend bij hem op zoek is naar een bout! Met de juiste bout en moer nemen ze afscheid van elkaar, beide waarschijnlijk met een glimlach die er niet snel meer af gaat.

 

Terwijl Erik zeiknat van het zweet en olie verder werkt aan de motor werkt Bertha in de lobby met de airco aan de blog. Terwijl ze haar vingers over het toetsenbord laat zweven wordt er allerlei eten en drinken neergezet. Pizza, soep, pittige noedels, plakrijst, kippenpoten en bakken vol ijs. Het lijkt alsof alle omringende restaurants vandaag hun beste producten hier in de lobby uitstallen. En niet alleen eten, er staat ook een stapel cadeautjes klaar. Wanneer alles uitgestald is verzamelt al het personeel zich in de lobby en Bertha probeert zich stilletjes terug te trekken. “Maar daar komt niets van in, jullie moeten ook mee eten!” We zijn eerst wat terughoudend, uitgenodigd worden voor een personeelsfeestje waar je zelf geen personeel bent is een beetje vreemd maar vriendelijk bedanken is geen optie! Erik wordt opgehaald, mag gelukkig nog net even zijn handen wassen en schuift ook aan voor de uitgebreide lunch. We zitten naast de eigenaren en de hotelmanager welke hun dochter is. Ze leggen ons uit dat ze elk nieuw jaar vieren dat de zaken voorspoedig gaan en dat dit een gebaar is om iedereen te bedanken voor zijn/haar inzet.

Het blijft niet alleen bij eten. Iedereen heeft één cadeau gekocht, dat onder het personeel verloot wordt en deze cadeaus zijn door de eigenaar aangevuld met vier extra cadeaus die apart gewonnen kunnen worden. Nadat iedereen een cadeautje gekregen heeft is het tijd voor de loting van de extra cadeaus. Maar de gelukkige winnaars komen er niet zo makkelijk vanaf, er moet eerst een dansje gedaan worden voordat de cadeaus mee naar huis genomen mogen worden! Drie vrouwen hebben geen enkele moeite om een show op te voeren, maar de jonge man schaamt zich een ongeluk en maakt wat schichtige bewegingen. Het lijkt totaal niet op dansen, maar omdat hij de enige (echte..) man in dit gezelschap is, vergeven de vrouwen hem zijn optreden. Na het heerlijke eten en de verloting van de cadeaus krijgt iedereen nog een diner bon voor het restaurant om de hoek. Ook wij krijgen een bon, weigeren is onmogelijk!

Foto 5 -Iedereen op de foto met de dinerbon! 20180110

Met een volle buik gaan we allebei weer aan de slag. Erik haalt zijn voorwiel uit elkaar om het aandrijfwieltje van de snelheidsmeter te inspecteren. Hij lijkt vervuild te zijn en na een grondige schoonmaakbeurt wordt het voorwiel weer geïnstalleerd, helaas zonder resultaat. Dan maar onderdelen uitwisselen met de motor van Bertha, welke tenslotte toch al van ellende aan elkaar hangt 🙂 .

 

Nadat alles uitgewisseld is werkt de snelheidsmeter van Erik weer, maar gek genoeg werkt die van Bertha ook gewoon nog. Onbegrijpelijk, maar een perfect resultaat!

Foto 6 – Erik klust aan de motoren 20180110

Na al het gesleutel en getyp gaan we met onze diner bon op pad. Om de hoek zit het restaurant, wat meer op een koffietentje lijkt, waar we de bon ten gelde kunnen maken. De serveerster lijkt het maar niets te vinden dat ze vanavond nog klanten heeft, laat staan Nederlanders die hun eigen biertjes meenemen. Maar ze neemt zuchtend de diner bon aan en verdwijnt achter de balie. Na een half uurtje hebben we geen idee waar het eten vandaan komt, maar we krijgen een volle pan met kip en kaas die op een gasbrandertje gezet wordt. De kaas smelt snel om de gemarineerde kippenpoten heen en maakt het geheel een smakelijk doch niet al te gezond hapje. Maar met een koud biertje ernaast lijkt dit de ideale maaltijd na een dag hard werken!

 

Donderdag 11 januari 2018 Chumphun – Hua Hin

Na het heerlijke ontbijt nemen we afscheid van het vrolijke personeel en stappen op de motor. Erik krijgt nog snel even een handkusje toegeworpen, hij was hier voor sommigen een aangename westerse attractie. We rijden vandaag richting Hua Hin, een tussenstop omdat Bangkok net iets te ver rijden is en we willen overal wel relaxed aankomen. Helaas staat de ketting van Erik nog steeds niet goed afgesteld en moeten we twee keer stoppen om het wiel wat te verstellen. Het kwartje valt bij ons pas een paar dagen later dat de ketting toch echt aan vervanging toe is. We rijden door, Erik met een rammelend gezeur om zich heen, en stoppen langs de kant van de weg voor de lunch. Gelukkig is het niet al te warm vandaag en zweten we eigenlijk alleen maar op dit moment. Het eten is behoorlijk pittig.

Met een Fisherman’s Friend snoepje proberen we de binnenbrand een beetje te blussen terwijl we richting het standbeeld van Luang Pu Thuat rijden. Een gerespecteerde boeddhistische monnik, geboren in 1582 in Maleisië waarvan wordt gezegd dat hij wonderen heeft verricht. Veel Thailanders bezoeken deze plaats om respect te betuigen voor de monnik en te bidden voor geluk, gezondheid en rijkdom. Aan elke kant van de monnik staat een grote houten olifant. Je kan om de olifant heen lopen, geld in zijn mond gooien of zijn buik aaien (pas op voor die andere slurf!) en voor dezelfde zaken bidden.

 

Terwijl Bertha de motoren bewaakt loopt Erik om het enorme beeld van de monnik heen, bedankt hem voor al het geluk wat ons al ten dele is gevallen en schiet een paar plaatjes.

We zwaaien een laatste keer naar Luang Pu Thuat en rijden verder naar de volgende ‘attractie’, een drijvende markt. Vanuit een bootje al je boodschappen doen op de markt, kon dat maar toen we nog op de woonboot in Amsterdam woonden!

We parkeren de motoren op de plaats waar de druk gebarende bewaker ze wil hebben en komen een paar motorrijders tegen uit Singapore en Thailand. Ze maken een paar dagen een rondreis door Thailand maar willen vooral onze verhalen horen. We vertellen in het kort onze verhalen terwijl ze gretig vragen stellen. Na een tijdje wisselen we contactgegevens uit en nemen afscheid van elkaar.

De drijvende markt zelf is één grote deceptie, een grotere toeristenvalkuil zijn we nog niet ingelopen. Bij de kassa zijn we zo dom om twee kaartjes te kopen (EUR 10) voor de entree en een ‘gratis’ boottripje langs de marktjes. Maar als we een paar meter verder ons melden bij het loket om direct in het bootje te stappen worden we te woord gestaan door een uiterst verveeld meisje. De kapitein is even afwezig, maar over 20 minuten kan er gevaren worden. Gelukkig kunnen we ook lopend een rondje maken langs de marktkraampjes om ons zo te vergapen aan allerlei toeristenrommel. Shirtjes met ‘I love van alles’, snacks, kokosnoten voor een godsvermogen of ‘echte’ Ray-Ban zonnebrillen. Een authentieke drijvende markt dus, waar de lokale bevolking zijn boodschappen doet en waar Farangs (blanke buitenlanders) een uitzondering zijn. Na de tijd gedood te hebben, melden we ons weer bij het verveelde meisje. Maar de kapitein blijkt weer niet aanwezig, hij is nu lunchen. Over een uur kan er bootje gevaren worden. We proberen niet eens aan het meisje uit te leggen dat we het hier niet mee eens zijn en gaan terug naar de kassa om ons geld terug te vragen. Maar uiteraard is dit onmogelijk, bootje vaart over een uurtje toch. Het is bedrijfspolicy, en één van de kassières wijst naar een bordje. We geven niet zomaar op en betichten haar van oplichterij, als je een kaartje koopt voor iets wat je niet krijgt mag je toch je geld terug verwachten?! Maar ze schuift steeds verder van het raampje vandaan en spreekt steeds minder Engels. Ondertussen komt er een Noors koppel naast ons staan wat tegelijkertijd een kaartje probeert te kopen. Erik ruikt gelijk een kans en probeert onze kaartjes met 50 procent korting te verkopen. De Noren vragen of de markt de moeite waard is waarna Erik wat binnensmonds reageert dat het niet tegenvalt. In het gezichtsveld van de kassière besluiten ze de kaartjes van ons te kopen, een mooie deal voor ons allebei 🙂 .

Foto 13 – Fellow bikers! 20180111

Het is nog maar een klein stukje rijden naar Hua Hin waar we verrast worden door de grote aantallen toeristen. Het hele centrum zit vol met westerlingen, gezinnen of mannen alleen. We parkeren de motoren voor de deur, nemen een koude douche en mengen ons onder de toeristen. We bezoeken één van de oudste treinstations van Thailand. Net zoals bij het Centraal Station Amsterdam heeft dit station ook een koninklijke wachtkamer, mocht de koning vandaag de dag nog eens besluiten om een stukje te toeren.

We laten het station achter ons en lopen richting het strand. Daar willen we met een biertje naar de ondergaande zon kijken, maar in de supermarkt wordt het alleen maar mooier. Ze hebben hier Franse kaasjes!! We kopen wat kaas en bier en installeren ons op het strand waar we smakkend en slurpend de zon onder zien gaan.

 

Vrijdag 12 Januari 2018 Hua Hin – Bangkok

Beneden in de lobby wachten we een tijdje voordat we ons ontbijt geserveerd krijgen. We wachten ruim een half uur, maar de toast heeft het apparaat amper aangeraakt en het spiegeleitje lijkt rechtstreeks uit te pan gesprongen te zijn. We werken het ongeïnspireerde ontbijt met lange tanden naar binnen waarna we vertrekken richting Bangkok.

Foto 17 – Geen poes om zonder handschoenen aan te pakken! 20180112

We rijden zo’n 200 kilometer en zijn voordat we het goed en wel in de gaten hebben in Bangkok. We hadden extreme chaos verwacht, maar rijden in Bangkok op een eigen motor is bijna als in Amsterdam. Óf we raken gewend aan de wettenloosheid op de weg in de grote steden, óf Bangkok is een stuk minder druk dan voorspeld. We rijden door een paar smalle straatjes en parkeren onze motoren bij Co van Kessel voor de deur. Deze tourorganisatie is jaren geleden opgezet door de Nederlandse fietsfanaat Co van Kessel. Co zelf is enkele jaren geleden overleden. Wij brengen nu een verrassingsbezoek aan Miss Nong, al jaren de drijvende kracht achter dit prachtige bedrijf. En dat de zaken goed gaan is te merken, zowel buiten en binnen staan veel mensen klaar om op de fiets met de middagtour mee te gaan. Onder deze toeristen zijn veel Nederlanders, van alle kanten worden we in onze moerstaal aangesproken. We praten binnen snel wat bij en spreken af om vanavond in alle rust verder te praten, de bedrijfshectiek van het moment vergt nu de meeste aandacht.

We stappen weer op de motoren en rijden naar het Sri Krungthep Hotel, relatief dichtbij de beroemde backpackersstraat Khao San road. We hebben een aantal jaren geleden ook in deze buurt geslapen, en de cocktails en de Pad Thai op straat waren ons toen goed bevallen.

Nadat we zijn opgefrist gaan we lopend richting Miss Nong. Het is zo’n 8 kilometer, maar de eerste paar kilometers kunnen we makkelijk wandelen. Onderweg bezoeken we Wat Sakat, ofwel de gouden berg. Een boeddhistische tempel gebouwd op een heuvel in een wijk van Bangkok. Een kunstmatige heuvel weliswaar. Tijdens het bewind van koning Rama III (1787 tot 1851) werd de beslissing genomen om een stoepa te bouwen van enorme afmetingen en deze toe te voegen aan de Wat Saket tempel. Echter, de grote stoepa stortte tijdens het bouwproces in elkaar, vanwege onvoldoende fundatie. De resulterende modder- en bakstenen heuvel werd ongeveer een halve eeuw met rust gelaten, waarbij de vorm van een natuurlijke heuvel ontstond, die steeds meer werd overwoekerd met onkruid. Ten slotte werd er onder het bewind van Rama IV een kleinere stoepa gebouwd op de heuveltop. Deze kleinere versie werd onder het bewind van koning Rama V (1853 tot 1910) compleet gemaakt, toen een overblijfsel van een Boeddhabeeld uit India werd overgebracht naar de tempel. Een mooi stukje geschiedenis, voor veel toeristen een reden om dit plekje te bezoeken. En Erik en Bertha lopen er toevallig langs…

Foto 22 – De gouden berg 20180112

Na de gouden berg nemen we een tuk-tuk naar de buurt waar Miss Nong woont. We bellen aan en haar moeder, die enkel Thais spreekt, doet open. Ze herkent ons niet direct, maar als ze haar dochter opbelt om te vragen wie er voor de deur staan weet ze het vrijwel direct weer. Dit zijn die blanke reuzen die jaren geleden bij ons in het dorp op bezoek zijn geweest! We geven elkaar alsnog een stevige knuffel.

 

Niet veel later komt Miss Nong ook thuis en is de taalbarrière geen probleem meer en lachen we om de ietwat vreemde situatie van daarnet. We lopen door dit bruisende deel van Bangkok naar restaurant Somtum Der, gerund door een goede vriend van haar. We hebben geen idee wat we moeten bestellen zodat er voor ons besteld wordt. Tijdens het genot van een goed gesprek en een heerlijke rode wijn lopen de obers af en aan met authentieke Thaise gerechten, het een nog pittiger dan het ander. Af en toe springen ons de tranen in de ogen en zweet Erik alsof hij drie uur in een sauna opgesloten zit. Het is een prachtige avond, een mooi weerzien wat ons terugbrengt naar de bijzondere ervaringen die we vier jaar geleden in het dorpje Nakhon Phanom hebben opgedaan. We hebben aardig wat kilometers gemaakt om Bangkok te bereiken, niet helemaal volgens de nieuwe wetten, maar we hebben er geen seconde spijt van.

Foto 27, weerzien met vrienden 20180112

Nadat we een beetje hersteld zijn van het pittige eten en de fles rode wijn inmiddels de bodem heeft bereikt nemen we afscheid van elkaar. Wellicht komen we tijdens onze reis nog terug in Bangkok voor het organiseren van een visum, maar anders zien we elkaar vast wel weer in de toekomst!
We rijden terug met een taxi en laten ons afzetten bij Khao San Road, met de intentie om nog een biertje te doen. Maar was deze straat een paar jaar geleden al vol, nu is het helemaal een gekkenhuis. Cafés vechten elkaar de straat uit met knetterharde muziek, het volume staat zo hoog dat het bijna onmogelijk is om het nummer te herkennen. Toch staan er massa’s ‘reizigers’ in laveloze of comateuze toestand van de drugs voor elk café mee te dansen of iets wat daarop moet lijken. De straat is overvol en is een beetje te vergelijken met een overvolle stad tijdens Koningsdag. Of het komt omdat we zelf nog niet in dezelfde staat als deze feestgangers zijn weten we niet, maar we voelen ons hier niet echt thuis en besluiten zo goed en kwaad als dat kan verder te lopen. We slaan alle verzoeken voor een pingpong show en gefrituurde schorpioen af en lopen naar een zijstraatje. Maar ook hier vinden we niet wat we zoeken. We lopen door naar ons hotel terwijl we ons afvragen of we wellicht een beetje te oud zijn geworden voor de Khao San Road feestjes.

 

Zaterdag 13 januari 2018 Bangkok

Nadat we heerlijk hebben uitgeslapen trekken we de stad in om te ontbijten. Op de weg richting Khao San Road, waar het op dit moment van de dag compleet is uitgestorven, lopen we langs een grote gokmarkt. Verkopers zitten achter een lange rij tafels vol met lotto- en kraskaarten. De lotenprijs loopt ook op naarmate we richting het einde van de markt lopen, wellicht is de hoofdprijs hier ook groter. We twijfelen even of we zelf ook geen lot moeten kopen om onze wereldreis te verlengen, maar de taalbarrière weerhoudt ons van een aankoop.

Foto 28, gokken voor een wereldreis!! 20180113

Na het ontbijt lopen we terug naar het hotel waar Bertha een instructiekaart ontwerpt voor de douane-handelingen in Kuala Lumpur, terwijl Erik op zoek gaat naar kettingspray. Bij een clowneske verkoper in een middelgrote motorzaak koopt hij kettingreiniger en -spray en gaat aan de slag met de motoren. Het is een beetje tegen beter weten in wat betreft de kwaliteit van de ketting van Erik, maar vooral de ketting van Bertha even verwennen kan geen kwaad.

 

Aan het einde van de dag gaan we nog even op bezoek bij de Wat Thepthidaram tempel, welke bijna letterlijk in onze achtertuin ligt. Het blijkt niet de grootste toeristenattractie van Bangkok te zijn, aan het einde van de middag worden we als enige toeristen vrolijk ontvangen bij het kleine museum. Vandaag krijgen we een rondleiding van de directeur van het complex, Mr. Phra Wisudthiwaraphon. Alle andere monniken zijn vandaag vrij vanwege geloofsactiviteiten elders zodat hij zelf de bezoekers ontvangt. Hij acteert dat hij het behoorlijk spannend vindt en geeft ons een vrolijke rondleiding door het kleine museum. Gewapend met een Ipad moeten we op elke plek poseren terwijl hij druk foto’s maakt, een wonder geschiedt! Lachend laat hij verschillende hologrammen zien die hij gemaakt heeft, we staan zelfs op de foto met Sunthorn Phu. Een monnik die in dit complex heeft geleefd en gezien wordt als de Shakespeare van de Thaise literatuur.

Nadat we afscheid hebben genomen van de lachende directeur, die alleen Erik een hand geeft vanwege de geloofsregels, lopen we verder over het complex. Er heerst een aangename vredige sfeer, behalve een paar monniken, honden en katten zijn we de enige nog vandaag.

Wanneer al onze gebeden zijn verhoord verlaten we de tempel en gaan op zoek naar een restaurant. Aan de overkant van de straat lijken we het restaurant gevonden te hebben met een Michelin-ster waarover diverse binnen- en buitenlandse media onlangs hebben bericht. Er staat een flinke rij voor de deur wat ons doet besluiten om verder te lopen. Het eten is ongetwijfeld heerlijk, maar aangezien de ‘koningin van de kreeftomelet’ niet bepaald blij is met alle aandacht besluiten we om verder te lopen.

Na een tijdje lopen bereiken we Soi Ram Butri, een straat waar we een paar jaar geleden bij een tot bar omgebouwde bus cocktails dronken. Helaas is de bus nergens meer te vinden maar alle andere barretjes zijn nog precies hetzelfde. Wellicht zelfs op hetzelfde bankje bestellen we koud bier en bekijken we wat er allemaal op straat voorbij komt. We maken de avond compleet met een gevulde pannenkoek met banaan en veel chocolade!

Foto 34 – Nomnomnomnomnomnom 20180113

Zondag 14 januari 2018 Bangkok – Kanchanaburi

Na een ontbijtje om de hoek (te duur, te weinig, maar wel lekker…) rijden we richting de Maeklong spoorweg markt, één van de grootste ‘gewone’ vismarkten in Thailand met een ongewoon schouwspel. Dwars door de markt loopt een treinspoor (Mae Klong spoorweg), waarover een paar keer per dag een trein langs dendert. We vragen aan een verkoopster hoe laat de trein komt en begrijpen dat we nog een uur moeten wachten. Naast haar is een kraampje vrij waar we plaatsnemen en ondertussen genieten van een bak koffie en verse koekjes van de markt.

 

Er wordt twee keer wat omgeroepen zodat we opspringen, maar de verkoopster naast ons lacht dat het ergens anders over gaat. Maar bij de derde keer verzekert ze ons dat we nu wel klaar moeten gaan staan. Wanneer de trein luid toeterend aankomt worden alle luifels en kraampjes direct naast het spoor ingeklapt en opzij geschoven zodat de trein er precies tussendoor past. Iedereen probeert het schouwspel op zijn best vast te leggen, een grappige situatie, vooral omdat er uiteindelijk nog geen 10 cm tussen ons, de kraampjes en de trein in zit!

De trein is nog niet voorbij of alle luifels en kraampjes worden weer teruggeschoven, alsof er niets gebeurd is. En zo gaat het een paar keer per dag, een wonderlijk schouwspel. We wandelen over de markt terug naar onze motoren en hervatten onze reis. Na de lunch maken we een tussenstop bij de Phra Pathommachedi, “de eerste stoepa” en de grootste van de wereld. Wat onbekender bij toeristen maar druk bezocht door gelovigen en boeddhisten in opleiding. Bertha blijft even bij de motoren (al die tempels lijken toch op elkaar..) terwijl Erik een rondje om de stoepa maakt. Het doet een beetje terugdenken aan Nepal waar we vaak bij Boudhanath stoepa hebben gedineerd, maar deze stoepa is een stuk hoger en iets minder aangetast door weers- en menselijke invloeden.

Na nog zo’n 90 kilometer rijden komen we aan in Kanchanaburi, een klein stadje met een grote nare geschiedenis. We checken in bij VN Guesthouse, een prachtige plek waar we voor EUR 10 een mooie kamer aan het water krijgen. Op het terras hebben we prachtig uitzicht over rivier de Kwai.

Foto 46 – Ondergaande zon boven rivier de Kwai 20180114

Maandag 15 januari 2018 Kanchanaburi

Als we wakker worden besluiten we samen vrijwel direct om nog 2 dagen langer te blijven. We hebben heerlijk geslapen, het is een prachtige en rustige plek voor een mooie prijs.
Na het ontbijt gaan we lopend naar de brug over de rivier de Kwai. Een brug gebouwd in dit plaatsje als onderdeel van de “dodenspoorlijn”. De bijnaam aan de spoorlijn is gegeven door geallieerde krijgsgevangenen in de Tweede Wereldoorlog die zij gedwongen werden aan te leggen tussen Nong Pladuk in Thailand en Thanbyauzayat in Myanmar (Birma). Het werk aan de spoorlijn begon op 16 september 1942 en werd 16 maanden later voltooid, ondanks berekeningen van Japanse ingenieurs dat het minimaal 5 jaar zou duren om de 415 kilometer lange en 1 meter brede spoorlijn aan te leggen.

 

De Japanners maakten voor het voltooien van de spoorlijn op grote schaal gebruik van dwangarbeid. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders; 15.000 krijgsgevangenen stierven aan uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen waren 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Onder de westerse krijgsgevangenen waren veel KNIL-militairen (Koninklijk Nederlands Indische Leger) en Nederlanders uit toenmalig Nederlands-Indië.

Ook stierven ongeveer 100.000 Thaise en Indonesische romoesja’s (arbeiders) en ook Birmaanse en Maleisische dwangarbeiders bij de aanleg door het moeilijke gebied. Na de voltooiing van de spoorweg in december 1943 bestond het werk uit onderhoud en reparatie van schade door geallieerde bommenwerpers. De werkkampen lagen vaak naast vitale punten van de spoorweg, waardoor bombardementen ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders veroorzaakten.

 

De doden, die aanvankelijk langs de spoorweg werden begraven, zijn later herbegraven op drie erevelden: Chungkai en Kanchanaburi in Thailand en Thanbyuzayat in Birma.

Een naar stukje geschiedenis, maar voor dit stadje nu een bron van inkomsten. Tijdens onze wandeling zijn we geen toeristen tegen gekomen, maar zodra we bij de brug zijn aangekomen zijn ze overal. De meeste met de bekende sticker op hun kleding zodat ze herkenbaar zijn voor de gids of buschauffeur.

We wandelen met de stroom mee over de brug heen en slaan af naar de Phra Phoetisat Guan Im tempel, gebouwd ter ere van de godin van genade. Genadig is het hier zeker, iedereen is op de brug achtergebleven en heeft geen aandacht voor deze tempel. Een gemiste kans, het tempelcomplex is voorzien van prachtige beelden, sommige metershoog. En vanuit de tuin heb je perfect uitzicht op de brug waar nu toevallig een trein langzaam overheen rijdt.

Door de tropische hitte lopen we terug en bezoeken het Death Railway museum waar ons nog meer duidelijk wordt hoeveel mensen geleden of gestorven zijn tijdens de aanleg van de “dodenspoorlijn”. Op de plechtig onderhouden ere begraafplaats lopen we langs de Nederlandse graven wat een ietwat naar gevoel geeft. We zullen tijdens onze reis door Indonesië nog meer geconfronteerd worden met de Nederlandse geschiedenis, vooral de periode na de Tweede Wereldoorlog.

We lopen het stukje terug naar ons hotel en Bertha werkt verder aan de website. Wanneer ze ineens een plons hoort ziet ze Erik in de rivier de Kwai zwemmen! “Maar zitten er geen enge beesten?” roept ze naar Erik die naar het midden van de rivier zwemt! “Enkel een paar krokodillen” roept Erik lachend terug en laat zich met de stroming meevoeren richting het zuiden. De ondergaande zon maakt er een wonderlijk schouwspel van.

 

Net voordat de zon onder is gegaan klimt Erik 800 meter verderop uit de rivier om in zijn zwembroek en op blote voeten door het dorpje terug te lopen naar het guesthouse. Onderweg giechelen veel dames om die lange westerling. De jonge man achter de bar van het guesthouse complimenteert Erik met zijn dappere zwemmarathon. Hij zou het zelf niet durven, “zoveel enge beesten in die rivier!”. Erik twijfelt of hij nu in de maling genomen wordt of dat er echt enge beesten zitten maar heeft er toch van genoten. Morgen weer!

Foto 55 – Zwemmen met een ondergaande zon 20180115

Dinsdag  16 januari 2018 Kanchanaburi 

Vandaag werken we een dagje ‘thuis’. Bertha typt de blog terwijl Erik in het dorpje echt mannenwerk verricht: de was. Voor een halve euro kun je zelf 5 kilo wassen, klaar terwijl je wacht. En wachten doet Erik in het café naast de wasserette, waar alle mannen zitten. Niet om op de was te wachten maar vermoedelijk om wat stoom af te blazen van gisteravond. Er zitten hier namelijk een paar cafés waar je bij een glas bier een ‘gratis’ dame krijgt. Het is daarom niet zo gek dat het dorp vol zit met (hopelijk) alleenstaande mannen, die vast niet enkel naar Kanchanaburi zijn gekomen voor de rijke geschiedenis. Terwijl Erik van zijn koffie slurpt voelt hij zich in dit gezelschap toch ietwat ongemakkelijk, hopelijk is de was snel klaar.

 

Nadat de ‘thuiswerkdag’ succesvol is afgerond duiken we samen de rivier in. Duiken is een groot woord, we klimmen eerst via een rij bamboestokken richting de drijvende hotelkamers. Halverwege is het een stuk dieper zodat we er samen in kunnen springen! Bertha moest letterlijk en figuurlijk over een struikelblok heen stappen, wat als er wel grote beesten zitten?! Maar lachend zwemmen we samen in het heerlijk verfrissende water, waar we af en toe wild met onze arme zwaaien om een drijvende drol aan de kant te slaan. We laten ons met de stroom meevoeren en klimmen op hetzelfde plekje als gister uit het water. Het dagelijkse leven stopt, westerlingen in badkleding op straat! De mannen stoppen met voet-volleybal om Bertha eens goed te bekijken terwijl de vrouwen Erik handkusjes en knipogen toewerpen. Met een klein blosje op onze wangen wandelen we terug naar het guesthouse. Na een douche drinken we op het terras een koud biertje en worden verwend met een vers gevangen vis gebakken in knoflook, groene pepers en veel uien.

 

Woensdag 17 januari 2018 Kanchanaburi – Chumphon

Na het ontbijt ziet Bertha een gigantische watervaraan rustig over de bamboepalen lopen, “daar hebben we gister gezwommen!!” schreeuwt ze uit! Toch vindt ze het stoer dat we gezwommen hebben en zet de watervaraan lachend op de foto.

We nemen afscheid van het personeel, en laten Kanchanaburi achter ons. Het was een aangenaam verblijf met een dubbel gevoel. We rijden vandaag richting Chumphon, een stuk wat we op de heenweg ook al hebben gereden. Bij een tankstation eten we Gao Mung Gorn, ook wel drakenfruit genoemd. Wat makkelijker te openen dan de harige rambutan die we eerder gegeten hebben, maar helaas wel minder smakelijk. Terwijl we het drakenfruit opeten verbazen we ons over de taferelen bij het tankstation. De pompbediendes hebben allemaal een fluitje waarmee ze wild klanten naar de pomp fluiten. De chauffeur blijft in de auto zitten, krijgt een soort pitstop bord op zijn motorkap waarna zijn auto volgetankt wordt. Sommige zijn zo ongeduldig dat ze met bord en al weer wegrijden en de pompbediende druk fluitend achterlaten.

We rijden verder en zijn al vrij snel in Chumphon waar we weer lachend onthaald worden. De Katoey bedient vandaag de receptie en lacht verlegen als Erik incheckt, de kantinejuffrouw maakt ondertussen gebaren die maar al te goed te begrijpen zijn: “ze heeft een oogje op je!”.
We krijgen een kamer op de 5e verdieping aan de achterkant van het hotel, heerlijk aan de tuinkant dus. Nadat we onder de douche geweest zijn gaan we om de hoek eten, weer een Thaise barbecue, maar dit keer zonder ratten en mét bediening die ons geweldig helpt. Op de terugweg naar onze kamer geeft Erik de Katoey nog even een dikke knipoog, beetje flirten moet kunnen toch :-o.

 

Donderdag 18 januari 2018 Chumphun – Krabi Town

We ontbijten op de 7e verdieping waar we weer lachend ons spiegeleitje opgediend krijgen, het Euro Boutique Hotel krijgt op alle fronten van ons vijf sterren. Het is geen verrassing meer, maar bij het vertrek krijgt Erik de laatste handkusjes toegezonden waarna we onze reis vervolgen. Vandaag rijden we langs de westkust van Thailand, een deel waar we eerder alleen overheen gevlogen zijn. Bijna de gehele dag rijden we over prachtige kronkelige wegen omringd door een dik begroeide jungle. Wanneer we langs een gouden Boeddha rijden besluiten we om te draaien om een foto te maken. Maar dit gaat bij Bertha niet helemaal soepel, halverwege de draai valt ze om en ligt midden op de rijbaan. Gelukkig is er weinig verkeer op de weg en kan Erik zijn motor met de alarmlichten aan ervoor parkeren. Ondertussen komt er een grote groep meisjes van de scouting giechelend langs gelopen. Ze twijfelen even, maar na een paar seconden staan er een stuk of tien meisjes rondom de motor zodat de motor ineens met vele handen als een veertje van het asfalt getild wordt. We bedanken de meisjes lachend, hangen een losse koffer terug aan het rek, waarna Bertha de motor nu wel succesvol keert. Net voordat we voor de Boeddha willen poseren komt er nog een groep van de scouting aan, dit keer de jongensafdeling. Iets minder zenuwachtig dan de meisjes, maar als we ze vragen om samen met ons op de foto te gaan twijfelen ze toch even. Ze gaan overstag en samen met Bertha gaan ze lachend op de foto.

Na een mooie, maar lange dag op de motor komen we met pijnlijke billetjes aan in Krabi Town. De laatste 90 meter naar het hotel is afgesloten vanwege de wekelijkse avondmarkt. Maar meer dan een vette knipoog van Bertha naar de politieagent is voldoende, we mogen zonder problemen door de mensenmassa heen naar ons hotel rijden. Bij hotel Baifern Mansion and Dormitory parkeren we de motoren op de stoep en checken in bij dit simpele maar vriendelijke hotel. De eigenares praat met x-aantal Engelse decibels te veel, maar haar lach maakt veel goed, we hebben een leuk hotel uitgekozen. s’ Avonds wandelen we door het stadje en verbazen ons over de relatieve rust. Er zijn wel wat toeristen, maar druk is het niet. En net als in Kanchanaburi zijn hier ook veel single mannen te vinden met een Aziatische dame in het gezelschap. Prostitutie heb je in elk land, maar hier in Thailand is het tot nu toe wel het meest opzichtig. Maar ieder zijn ding, we drinken een biertje tussen de florerende vleeshandel en laten iedereen in zijn waarde.

 

Vrijdag 19 januari 2018 Krabi Town

Vandaag houden we een stranddag! Na het ontbijt lopen we naar de haven waar we voor zo’n EUR 15 twee retourtjes kopen voor Railay beach, in veel reisgidsen omschreven als het mooiste strand van Thailand. Railay is een klein schiereiland voor de Thaise kust tussen Krabi en Ao Nang en alleen bereikbaar per boot. Samen met zeven andere toeristen maken we in een middelgrote boot de oversteek naar Railay beach, een klein uurtje varen. Sommige van de opvarenden hebben ook bagage meegenomen, ze blijven vast op het eiland slapen. Voor ons blijft het bij een dagje, de overnachtingen op het eiland zijn ruim boven ons budget.

Na een klein uurtje varen meren we aan bij de oostzijde van Railay beach. Hier zitten de meeste restaurants en resorts, maar het deel is minder populair onder de strandtoeristen vanwege de mangrovebomen in de zee. Een prachtig gezicht, maar het maakt het zwemmen iets minder prettig. Door kleine paden in de jungle is de westkant van Railay bereikbaar, een korte maar mooie wandeling. Helaas is het overvol, dat dit hét strand van Thailand is moet wereldwijd bekend zijn. De steile bergwanden worden onafgebroken aangevallen door bergbeklimmers terwijl toeristen elke vierkante meter op het strand benutten. Maar het moet gezegd worden, wanneer je iedereen wegdenkt en kijkt naar de imposante kliffen die uit de zee rijzen, begrijp je een beetje waarom dit strand op veel lijstjes bovenaan staat.

We trekken onze kleren uit en rennen tussen de toeristen door de zee in. Het water is niet al te koud, maar toch heerlijk verfrissend. Als twee jonge zeehonden schieten we door het water heen. Bertha besluit na een tijdje dat het wel genoeg is, terwijl Erik nog even blijft dobberen. De laatste paar dagen heeft hij gemene uitslag op zijn rechterarm en borst, misschien dat het zoute water een genezende uitwerking heeft.

 

Na een paar uurtjes besluiten we de spullen in te pakken en verder te lopen naar een ander strand. Hier is het wat minder druk, alleen onze eigen handdoekjes zij aan zij. Deze zien er overigens wat zielig uit. In verband met de ruimte hebben we geen badhanddoeken kunnen meenemen, maar doen we het al maanden met handdoeken ter grootte van een theedoek. Voor het afdrogen werkt dit prima, maar zo op het strand kunnen we er nog net onze bips op kwijt.

 

We rennen weer het water in en gaan verder met onze zeehondenshow. Op het strand proberen we zo lang mogelijk in de handstand te blijven staan, het moet er kolderiek uitgezien hebben, twee volwassen mensen die zich als kinderen gedragen! Maar wat kan ons het schelen, we plassen bijna in onze badkleding van het lachen.

 

Aan het einde van de dag lopen we terug naar de boot, de laatste vertrekt om 17:00 uur. Door de smalle steegjes, die voornamelijk eigendom zijn van de luxe resorts worden we verrast door de vele duistere bladaapjes. We hebben ze al vaker gezien, maar dit keer zijn ze een stuk minder schuw en laten ze zich vrij makkelijk fotograferen.
Bij een lookalike van Jack Sparrow laten we ons retourkaartje zien, hij lacht een paar tanden bloot en vraagt ons nog even geduld te hebben. Nog maar een paar mensen en dan kunnen we vertrekken. We kopen nog wat ananas waarna de boot vertrekt. Door het afgaande tij is het strand groter geworden, de paar mangroven langs de resorts staan nu compleet droog. We moeten nu helemaal naar het einde van de aanlegsteiger lopen waar de laatste paar boten klaar liggen om de dagjesmensen terug naar Krabi Town te brengen. Met een paar druppels uit de donkere wolken boven ons worden we teruggebracht naar het hotel waar we net op tijd binnen zijn. Bijna twee uur lang regent het onafgebroken.

Zaterdag 20 januari 2018 Krabi Town

Een vroeg ontbijtje wat voor de lage kamerprijs van EUR 10 verrassend goed smaakt. We worden om 08:00 uur opgehaald voor een kanotoer door een groot mangrovebos. De jonge gids heeft onze motoren voor de deur zien staan en is heel nieuwsgierig naar ons verhaal. Als we alles verteld hebben zucht hij diep, wat is hij jaloers. Hij heeft ook een middelgrote tourmotor maar mag van zijn vrouw nooit zo’n grote reis maken, laat staan dat ze mee zou gaan! Na 10 minuten achterop wil ze niets liever dan terug naar huis. Omdat we alle tijd hebben stoppen we onderweg voor een paar foto’s en drinken we op ons gemakje een kop koffie bij het kano-vertrekpunt. Wanneer de rest van de groep ook gearriveerd is kunnen we vertrekken. Na het uitdelen van de reddingsvesten en een korte uitleg over hoe je moet roeien is iedereen klaar om te vertrekken. We kiezen uiteraard de rood-wit-blauwe kano, een mooie tweezitter! De eerste paar slagen in het water zijn nog wat onwennig maar al snel zijn we aan elkaar gewend en gaan we soepel over het water heen.

Foto 75 – BEonthewater 20180120

Na een korte oversteek varen we langs prachtige steile rotswanden en maken een eerste tussenstop bij een klein verstopt strandje. Nog geen 15 minuten later, maar voor de halve groep een goede gelegenheid om even een sigaret te roken. Een vreemd schouwspel zo midden in de natuur, een paar westerlingen in een zwemvest druk paffend. Soms is de verleiding voor een sigaret nog aanwezig, maar dit zijn de momenten waarop Erik het totaal niet mist.

We kanoën verder en gaan nu echt diep het mangrovebos in. De mangrove komt alleen voor in tropische gebieden met een getij, iets wat we eerder op Railay beach goed hebben kunnen zien. Mangroven zijn belangrijk voor de biodiversiteit, dankzij de beschutting is het vaak een kraamkamer voor vissen en vogels. Sommige stukken van het bos zijn zo dik begroeid dat peddelen bijna niet mogelijk is zodat we ons voorttrekken aan de vele uitstekende wortelen.

Tegen lunchtijd maken we de oversteek weer naar het verzamelpunt. Wanneer we opzij kijken zien we dat de gids wel een wedstrijdje wil doen wie het eerste aan de overkant is, een uitdaging die we natuurlijk gelijk aangaan. Maar de gids zit samen met een Koreaan in de kano die zo wild om zich heen slaat dat synchroon peddelen onmogelijk is en er bijna geen recht doorgaande beweging te constateren is. We kijken één keer over onze schouder en beseffen dat de ‘overwinning’ al binnen is, maar blijven toch het gas vol open houden. Met een verhoogde hartslag en trillende armspieren schuiven we de kano zo het strand op. Wanneer we uitgestapt zijn zwaaien we lachend naar de gids die nog pas halverwege is!

Foto 83 – pret in de roodwitblauwe kano 20180120

We wachten even tot de rest van de groep geluncht heeft waarna we met de pick-up truck naar Krabi Town gebracht worden. Onderweg zetten we een paar mensen af bij een olifanten boerderij welke een nogal troosteloze indruk op ons maakt. Vooral als je weet dat het leven van een Thaise olifant in de toeristenindustrie doorgaans vreselijk is en gruwelijkheden moet doorstaan om tam te worden. We veroordelen niemand, maar dit stukje ‘plezier’ slaan we over.

 

s’ Middags doen we het rustiger aan, werken wat aan de website en gaan na wederom een stortbui eten bij de avondmarkt. Allerlei ‘rollende keukens’ waar je voornamelijk vis kunt bestellen, hoe kan het ook anders zo vlak bij de zee. We bestellen (weer) te veel en gaan uiteindelijk met een opgeblazen gevoel naar bed.

 

Zondag 21 januari 2018 Krabi Town – Wang Prachan (Maleisië)

Na het ontbijt nemen we afscheid van de eigenares en rijden richting de grensovergang Wang Prachan. Hier zijn we een paar dagen geleden zonder problemen de grens gepasseerd, maar vanwege ons ‘illegaal’ verblijf in Thailand geeft dit weer wat kriebels in onze buik. We rijden het laatste stukje over bekende, maar nog steeds adembenemende wegen en melden ons rond 15.00 uur bij de grensovergang. We worden bij het 1e loket geroepen door een chagrijnige douanebeambte, leveren het bij binnenkomst ontvangen papiertje in waarna hij ons wegwuift. Nadat we bij het volgende loket ook een stempel in ons paspoort hebben gekregen zijn we klaar om weer in Maleisië in te checken. Ondanks alle nieuwe regels zijn we zonder problemen door Thailand gereden, en elke kilometer was het ‘illegale rijden’ meer dan waard!

Love to share:

11 Comments

  1. Dick Baas

    Wederom genoten van jullie geschreven reisverslag met mooie foto’s er bij. Jullie maken heel wat mee daar. Ook mooi om te lezen hoe gastvrij de mensen in die landen zijn.
    Op naar jullie volgend land met vast weer veel ervaringen en avontuur.
    Lieve gr Dick.

  2. Loes

    Hoe komt het toch dat ik steeds honger krijg bij het lezen van deze smakelijke verhalen 🙂

  3. Loes

    En trek in bier ook!!

  4. Jan

    Wederom dank voor het uitwisselen van jullie ervaringen.

  5. Mir

    Boefjes!! Haha, mooi die ladyboy enneeee intro-tje hoor! ?
    Veel plezier weer!!!

  6. Jan Korting

    het mooie Indonesië komt er aan. een geweldige reis – mooi verslag – wees voorzichtig en het zwart beneden en de glimmende zijde boven. gr Jan

  7. Margreet Baas en Aart Trappenburg

    Geweldig verslag van jullie reis. Mooi dat het gelukt is door Thailand te reizen. Goed dat het met de motoren na gesleutel iedere keer weer in orde komt. Goede reis verder en op naar de volgende blog. Liefs Aart en Margreet

  8. Thea

    Gaaf dat kanoën en mooie rivieren. Prachtige omgeving. Dat eten is wel aantrekkelijk, wat ziet dat er heerlijk uit, kleurrijk. Thailand zonder kleerscheuren doorgekomen. Het is ook een reis met veel geluk en mazzel.
    Het is steeds een verrassing om jullie avonturen te lezen. Goede reis samen.
    Liefs Arie en Thea

  9. Thea

    En oh ja, Bertha heeft een zwemvest om en Erik niet??

  10. Lenie en Egbert

    Ook deze keer weer een prachtig geschreven blog met mooie foto’s.

    Wat een mazzel, dat jullie in Thailand niet zijn gecontroleerd. Een motor met nederlands kenteken moet toch wel opvallen……..Wat wel op viel waren onderweg de vele handkusjes richting Erik.
    Prachtig die spoorlijn langs de Maeklong Markt en dat ritueel een paar keer op een dag. Zoiets zou in Nederland niet toegestaan worden in verband met de veiligheid, evenals de trein over de brug met daar direct naast een voetpad.
    Stoer van jullie om te zwemmen in de Kwai rivier met “gevaarlijke” watervaraans en daarna in badkleding langs de straat te lopen met veel bekijks…..
    En uiteindelijk zonder problemen weer de grens overgestoken.
    Liefs van heit en mem.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Top