Week 60-61 Australië: Lekker toeren langs de oostkust tussen Cairns en Brisbane

Na drie weken door het rode centrum van Australië te zijn gereden, zullen we vandaag weer zee zien! En niet alleen de eerste dag. Nadat we ons meest noordoostelijke punt van Australië hebben aangetikt, Cape Tribulation, waar jungle en oceaan samen komen, zullen we vanaf hier alleen nog maar zuidwaarts rijden. Voornamelijk langs de kust, maar af en toe kunnen we het niet laten om de strakke kustwegen in te ruilen voor enkele ruige bush tracks. 🙂

Dinsdag 10 juli 2018 Mossman – Cape Tribulation

Met een ietwat wijndroge mond staan we op. Nadat we onze hele hebben en houwen hebben ingepakt vertrekken we naar de Woolies, oftewel, de Woolworths, één van de grootste supermarktketens in Australië. Zoals wellicht al eerder geschreven, wordt in Australië alles door iedereen afgekort. Zoetwaterkrokodillen worden freshies (freshwater crocodiles), kinderen worden kiddies (kids), en Woolworths wordt Woolies. Deze afkortingen worden overigens niet alleen in de spreektaal gebruikt, maar deze vind je ook gewoon terug op verkeersborden en andere officiële publieke zichtbaarheden.

 

Bij de Woolies doen we inkopen voor de komende drie dagen op Cape Tribulation. Rond 09.30 uur staan we weer buiten. De naastgelegen Bottle-O-Shop is helaas pas om 10.00 uur open. Wachten of doorrijden? Als ware alcoholisten besluiten we een half uurtje te wachten. Om 10.00 uur kan Bertha haar enthousiasme niet bedwingen en koopt een vier liter pak voor 18 AUD. Geen geld! Helaas gaat deze onmogelijk mee in de bagage en moet ze hem met schaamrood op de kaken iets later omruilen voor een twee liter pak voor hetzelfde geld. En daar gaan we! Op naar het meest noordelijke puntje van Australië voor ons deze reis!

Foto 1 – Wachten totdat de Bottle-O open gaat

We rijden langs vele suikerrietvelden, waar het riet meters hoog staat en klaar om geoogst te worden. Het oogsten gebeurd hier met behulp van treinwagonnetjes. Gisteravond hoorden we de wagons in de verte al de hele tijd claxonneren. In deze buurt zijn er smalle rails aangelegd om het riet te transporteren naar een centraal punt vanaf waar het met vrachtwagens verder gaat. Een vrachtwagen die ons tegemoet komt rijden gaat net iets te hard door de bocht en het suikerriet vliegt ons om de oren. Het lijkt wel alsof alles hier momenteel om suikerriet draait.

 

Net voor de ferry naar Cape Tribulation slaan we linksaf. Hier kopen we een kaartje, 28 AUD per persoon, bij Daintree River Cruise. Elk anderhalf uur vertrekt een boot de rivier op om wildlife te spotten en we zijn nog net op tijd voor de cruise van 11.00 uur. We blijken het helaas niet getroffen te hebben met de gids. In het uur dat we varen waarschuwt hij ons meer over het gevaar van de krokodillen, dan dat hij in geuren en kleuren kan vertellen over deze indrukwekkende beesten. Toegegeven, de tour is voor ons dubbel en dwars geslaagd, want we zien een stuk of vijf zoutwaterkrokodillen in deze zoetwaterrivier, waarvan de langste zo’n vier tot vijf meter lang is en wel een halve meter dik. We komen een andere boot tegen, waarna onze gids de gids op de andere boot voor domme ezel uitmaakt. Onze gids kan immers veel beter krokodillen spotten. Goh, wat is onze gids toch goed! Walgelijk, zo vol is hij van zichzelf! Nadat we twee uilen gespot hebben keert de boot met volle vaart terug naar de kade en dat is maar goed ook. Het had niet veel langer moeten duren of we hadden de gids een zetje in het water gegeven. Lekker krokodillenvoer!

Terug op de Cape Tribulation Road begint de rij richting de veerpont al op het moment van het oprijden van dezelfde weg. Maar gelukkig hebben we een motor en die positie mag gebruikt worden. Blijkbaar is niet iedereen het hiermee eens. Wanneer de stoet opeens begint te rijden, worden wij ingehaald door een auto achter ons. Om naar de overkant te komen is deze veerpont de enige optie om de diepe rivier van 50 meter breed te doorkruisen. Een retourtje per motor kost 11 AUD. De veerpont vertrekt elk half uur van de noord- en zuidkant. Als je pech hebt, sta je dus zo één tot anderhalf uur te wachten.

Foto 5 – Veerpont Cape Trib

Na de veerpont rijden we vol gas naar Safari Lodge in het stadje Cape Tribulation. Twee dagen geleden hadden we naar Cape Tribulation Camping gebeld, maar deze bleek al vol te zitten in verband met de schoolvakanties in Queensland en New South Wales. Safari Lodge neemt geen reserveringen aan voor unpowered sites, maar de receptie gaf aan dat hoe eerder je komt, hoe meer kans je hebt op een goede plek. We arriveren rond 13.00 uur. We betalen 20 AUD per nacht (je krijgt 10 AUD korting wanneer je aangeeft dat je ze gevonden hebt via WikiCamps) en er is nog bijna overal plek op de camping. Nou ja, camping? Het is meer een stuk grond met grind. Er is nergens een stukje gras te vinden. Na lang wikken en wegen zetten we de tent op een stukje vlakke modder op welke nog iets van ‘zachte ondergrond’ lijkt te kunnen bieden. Na een douche trekken we er met flessen water en een zak chips op uit. Even de kater van gister eruit waaien op het strand. De zon is helaas net weg, maar het strand is prachtig en super zacht. Je kunt hier helaas niet zwemmen. De gevaren voor de zoutwaterkrokodillen en de kwallen die dodelijke beten hebben zijn te groot. Bertha maakt vandaag een nieuwe maaltijd: gnocchi met spinazie, walnoten, ui en blauwe kaas. Een top-combinatie, zo blijkt! Maar tijdens het eten vallen we al bijna in slaap. Vanavond dus maar vroeg naar bed! Welterusten!

Foto 6 – Even uitwaaien

Woensdag 11 juli 2018 Cape Tribulation

De wekker gaat om 6.30 uur, want vandaag gaan we snorkelen bij Great Barrier Reef, één van de must do’s in deze regio! We hebben wel wat mazzel gehad gister. De budgetboot voor vandaag zat eigenlijk al vol, maar net voor het einde van de dag kwam er een afzegging van een stel met als gevolg dat één van de campingmedewerkers rennend op ons af kwam: “Ik heb nog een plekje voor jullie vrij!!”. Om 8.00 uur verzamelen we ons bij de receptie van Safari Cruises. We tikken de ticketprijs af 149 AUD per persoon (en geloof ons, dit is nog één van de goedkoopste!) en hijsen onszelf in een wetsuit.

Foto 7 – Klaar voor het avontuur

Na een korte introductie over waar we heen gaan (MacKay Reef) en hoelang (tweemaal een uur) lopen we met de groep van zo’n twintig personen naar het strand. De boot waar we op gaan ligt al in het water, maar door de hoge golven is het lastig erop te klimmen. De boot start, hou je vast, daar gaan we! Wilde gitaargeluiden komen plots uit de speakers en de speedboot vliegt over de golven. Het is tien keer enger dan een achtbaan, we komen zelfs een paar keer volledig los uit onze stoel. Ze hadden ons al gezegd dat degenen op voorste bank de meest wilde ervaring zou krijgen, maar zo wild hadden we niet verwacht! Wow!! Bij elke hoge golf dat we loskomen schreeuwen we het uit. Whaaaa!! Whaaaa!! Er wordt gezegd dat de excursies naar het Great Barrier Reef vanaf Cape Tribulation het mooiste zijn. Ten eerste omdat je maar een half uurtje kwijt bent om naar het rif te varen en ten tweede omdat er maar twee boten dagelijks die kant op gaan. Er zijn simpelweg minder toeristen en het rif is er dus minder beschadigd. Na een half uurtje stuiteren komen we aan bij een zandeiland waar koraal omheen groeit. Nog voordat we de flippers aan hebben en de snorkel op hebben zien we de eerste schildpad in het water. Magisch! Tijdens het snorkelen zien we zoveel diversiteit: maanvissen, gele vissen, papegaaivissen, kleine blauwe, grote rode, komkommervissen, kleine oesterachtige en grote oesterachtige schelpen met de doorsnee van een meter (doopvontschelp of giant clam). Daarnaast zien we ook veel diversiteit in het koraal van knalblauw tot aan groen en geel. We zien knalblauwe zeesterren, een kogelvis (blow fish of puffer fish) en tot slot nog een stuk of vijf schildpadden. Het is echt te gek, zo mooi hadden we het nog nooit gezien! Adembenemend! We hadden nog uren door kunnen snorkelen als het niet zo koud was. Rondom het zandeiland hebben we twee keer een uur de tijd om in het water te snorkelen, maar de tweede keer gaan we er na een half uur al weer uit. Brrrr! De harde wind maakt het koud en lastig snorkelen met die golven. De zon laat zich maar weinig zien waardoor het extra bibberen geblazen is.

Foto 17 – I’m OK

Rond 12.30 uur komen we weer terug op het vaste land. Na een warme douche, nemen we een lekkere hamburger! Jummie! ’s Middags duikt Erik de tent in om een paar uur bij te slapen. Hij is niet helemaal lekker. Terwijl Bertha het dagboek bijschrijft in de luxe campkitchen ontmoet ze het Nederlandse stel Niels & Renee opnieuw. Gelukkig, hun busje is weer gemaakt! Tijdens het schrijven begint het te regenen. Shit, de eerste regen sinds dat we zijn weggereden uit Perth.

Om 20.00 uur hebben we afgesproken met Pascal. Hij staat er al sinds onze aankomst op de camping op om ons op een biertje te trakteren. Beide zijn we best moe en hebben er daarom niet zo’n zin in, maar de afspraak ‘verplicht’ ons te gaan naar de Jungle Bar, een cafeetje aan de overkant van de weg. Pascal heeft samen met zijn vrouw op een BMW 1200 GS in 2008-2009 een trip gemaakt van Sydney naar Noorwegen. Er zijn vele verschillen (landen), maar ook zeker vele overeenkomsten (budget) met onze trip. Het grappige is wel dat hij met zijn vrouw de laatste maand van hun trip steeds vaker alleen op stap gingen, los van elkaar. Dit om alvast te wennen aan het niet meer de hele dag bij elkaar zijn, iets wat na de trip sowieso zal gebeuren. Hij adviseerde ons hetzelfde te doen. Daar denken we nog even niet over na…. Toch was het tegen onze verwachtingen in een ontzettend gezellige avond! Pascal zal komende maand emigreren naar Zwitserland en nodigt ons alvast uit om daar volgend jaar ook langs te komen op de motor. Gaaf!

 

Donderdag 12 juli 2018 Cape Tribulation

Wederom gaat om 6.15 uur de wekker. Na een uitsmijter spek-kaas lopen we met ons rugzakje naar het startpunt van de Mount Sorrow Ridge Trail. Bij de start van de trail komen we Niels & Renee ook weer tegen. Zij hebben ook het doel om deze zeven kilometer lange trail te volbrengen vandaag. Zeven kilometer klinkt niet lang, maar de gemiddelde tijd is zes tot zeven uur. We zullen zien!

Het pad gaat direct stijl omhoog, dwars door het oerwoud heen. Onderweg begint het meerdere malen te regenen en hard te waaien. Ook zien we de mist door de bomen trekken. Sommige stukken zijn zo stijl dat er een touw hangt om jezelf omhoog te trekken. We zijn om 8.15 aan de trail begonnen en om 10.00 uur zijn we boven bij het uitzichtpunt. Zoals gebruikelijk bij ons bij het beklimmen van uitzichtpunten (Sun Gate Machu Picchu, Trollstigen, Pulpit Rock) zit het zicht ons niet mee. Na bijna twee uur klimmen zien we niets anders dan dikke mist. Jammer, maar helaas. Gelukkig was de trail wel super avontuurlijk en hebben we lekker gezweet. Op de top eten we een appeltje en wij zijn niet de enigen die dat doen. Niels & Renee hebben ook net een appeltje op en het hele hekwerk om het uitzichtpunt heen is beplakt met appelstickers “Australian grown”. Super grappig!

Na een kwartiertje is het weer tijd om af te dalen, waarna we rond 12.00 uur weer beneden staan. Op de weg terug naar de camping lopen we de spieren wat los en eten we onze lunch. We voelen het nu al in de benen!

 

Na een welverdiende douche draaien we een handwasje en doen we de rest van de middag kalm aan. We lezen en stippelen de reis richting Sydney verder uit. Er is hier geen bereik en dus geen internet. Net voor het diner spelen we twee potjes Qwixx. Stand: Bertha 2 – Erik 0. Om 19.30 uur duiken we de tent in.

 

Vrijdag 13 juli 2018 Cape Tribulation – Wooroonooran

Om 8.30 uur vertrekken we vanaf de Safari Lodge Camping. Vanaf nu rijden we niet meer naar het oosten, maar enkel zuidwaarts. Bij Walu Wugirriga Lookout stoppen we om een foto te maken. Het uitzicht is hier prachtig. Gister de hele dag gelopen, nu enorme spierpijn en blijkt dat we ook gewoon op de motor naar een prachtig uitzichtpunt kunnen komen….

Foto 25 – Walu Wugirriga Lookout

Bij dit uitzichtpunt hebben we zelfs weer bereik (Telstra). We gaan even online: mailen de shipping agent in Melbourne, berichten alle mensen die ons een overnachting via Facebook hadden aangeboden aan de oostkust en appen en bellen met vrienden uit Nederland. Na dit internetkwartiertje sluiten we aan in de rij voor de veerpont terug naar de ‘bewoonde wereld’. In tegenstelling tot de heenreis, staan er nu maar drie auto’s voor ons.

Om 10.00 uur staan we met onze motoren aan de overkant en begint de dag pas echt. We hebben besloten om niet weer via Cairns te rijden, maar om met een omweg via de Atherton Tablelands zuidwaarts te gaan. Deze tip hebben we van Beau gekregen en niet zonder reden.

 

Net na Mossman slaan we rechtsaf richting Mareeba & Atherton (1), een prachtige weg over de Great Dividing Range. Het Groot Australische Scheidingsgebergte, ook wel bekend als de Eastern Highlands, is de grootste bergketen van Australië. Het gebergte is meer dan 3500 kilometer lang en loopt van Queenland naar Victoria over de gehele oostkant van Australië. Op enkele stukken ligt het gebied slechts een paar kilometer van de kust en op andere stukken meer dan 100 kilometer. We zullen de komende weken dit gebied nog vaak doorkruisen. Wederom zien we overal suikerrietplantages, rails en groene weides. In Atherton doen we een bakje koffie bij de McDonalds, gooien we de tank vol en doen vlees-boodschappen.

 

Net na Atherton slaan we linksaf over de 25. Deze smalle heuvelachtige weg gaat opeens over in een gravelroad dwars door de bossen. Heel vette weg!!!! Voor de roadtrippers onder ons, sla deze weg niet over wanneer je in de buurt bent! Uiteindelijk komen we uit op weg die dwars door de glooiende koeienweilanden loopt. Onderweg komen we slechts één kleine auto met toeristen erin tegen. Het stel is al net zo verbaasd als wij om hier een tegenligger tegen te komen.

Foto 28 – De 25 tussen Atherton en Millaa Millaa

Na deze shortcut slaan we linksaf de grote weg op (nog steeds de 25) die ons door het Wooroonooran National Park voert. Na anderhalf uur rijden is het tijd voor pauze. We stoppen bij Henriette Creek Campground en besluiten onder het genot van een mandarijntje er ook maar gelijk te overnachten. Het is mooi geweest voor vandaag. Het boeken gaat hier echter wel een beetje lastig. Dit kan alleen online of per telefoon, maar er is hier helemaal geen bereik! Op een bord staat aangegeven dat er vijf kilometer verderop bij de MaMu Tropical Skywalk wel telefoonreceptie is, dus daar rijden we eerst maar heen. Onderweg worden we nog getrakteerd op een prachtig uitzicht!

Foto 29 – Johnstone River lookout Walk

Het boeken via de telefoon gaat uiteindelijk dan toch wel makkelijk. Er wordt 13 AUD voor twee personen afgeschreven per creditcard voor campingplek 8. Aangekomen terug op de camping, blijkt dit niet de ideale plek voor een tent. Er is wederom geen gras. Iets naast de plek is wel een stukje grasland, maar dit loopt verre van vlak. Hoe dan ook, goed genoeg voor ons om er de tent op te zetten. We kleden ons snel om en lopen naar de dichtbij zijnde Silver Creek en Nandroya Falls watervallen. Naast water en appeltjes hebben we een handdoek mee, maar we hadden eigenlijk niet de intentie echt te gaan zwemmen. Op de camping zijn echter geen douches, we hebben vandaag behoorlijk gezweet en het water ziet er zo verleidelijk uit… Het is einde dag, er zullen vast geen andere toeristen meer komen. Snel trekken we al onze kleren uit en lopen tot onze knieën in het water. Helemaal erin durven we niet aan in verband met het troebele water, maar op deze manier kunnen we onszelf toch lekker schoon spetteren. K-k-k-KOUDDD!!! Maar… Genieten met de hoofdletter G!

Net voordat het echt donker wordt zijn we weer terug op de camping (18.00 uur). We komen het oudere echtpaar tegen waarmee we vanmiddag ook even hadden gesproken. Zij hebben zojuist een Casuarius gespot aan de andere kant van de camping. Deze grote loopvogels staan erom bekend nogal agressief te zijn en ze moesten rennen voor hun leven. Toch jammer, we hadden er graag één gezien bij Cape Tribulation, maar zijn ze nu ook hier mis gelopen. Wellicht vannacht nog ergens… Of toch liever niet!

Foto 34 – Terug in het donker

Nadat we klaar zijn met eten koken draait Bertha het gasbrandertje van de gasfles af. De brander heeft echter de laatste tijd wat kuren en er komt bij het erop en eraf draaien enorm veel gas vrij. Het gas wat vrijkomt vat meteen vlam door de kaarsjes op tafel! Ai! Erik had net hetzelfde met het erop draaien, maar is vergeten dit te melden aan Bertha… De gasfles blijft maar branden en Erik weet het ding gelukkig snel in het gras te gooien. Een buurman schiet te hulp met een afwasteil vol water, maar het lijkt wel alsof de vlammen overal tegen bestand zijn. Shit, strak ontploft hij nog!!! Dan komt de buurman opnieuw, maar nu met zwaarder geschut: een brandblusser. Binnen enkele seconden is het vuur gedoofd. Nu maar hopen dat hij het nog doet! Anders wordt het de komende dagen op water en brood. Hoe dan ook, in het vervolg onthouden we nu, niet erop of –afdraaien in de nabijheid van open vuur!

 

Zaterdag 14 juli 2018 Wooroonooran – Townsville

Yes! De brander doet het nog, gelukkig kunnen we thee zetten! Via de toeristische Cassowary Drive die over Mission Beach gaat hopen we de grote vogels nog te kunnen zien. Maar tevergeefs. Voordat we de camping in Townsville oprijden, doen we boodschappen bij de Coles. Het is toch ook wel weer fijn om in de bewoonde wereld te zijn, waar je elke dag verse producten kunt kopen. We checken in op Rowes Bay Caravan Park voor 38 AUD per nacht voor een plek zonder stroom. Na een douche typt Bertha een sollicitatiebrief voor in Nederland, terwijl Erik de tent en het bed opmaakt.

Zondag 15 juli 2018 Townsville – Magnetic Island

Vroeg uit de veren! We smeren bammetjes en gaan op één motor naar de haven. Hier nemen we om 9.30 uur de Sealink Ferry naar Magnetic Island. Bertha had gister bij de receptie van de camping al twee tickets gekocht voor 39 AUD per persoon retour voor de ferry en de bus op het eiland. Met dit ticket kun je tussen 5.30 uur en 00.00 uur elke ferry nemen die je wilt. Eenmaal op de ferry ziet Bertha tot haar grote verrassing opeens walvissen. Erik is helaas net te laat… Na een half uurtje varen zetten we weer voet aan wal en kan de hike beginnen. We beginnen met de Old Nelly Bay – Arcadia – Geoffrey Bay track (500 meter). Met het stijgen hebben we tijdens deze hike al een prachtig uitzicht op Geoffrey Bay. Na een klein stuk over de weg beginnen we aan de Arcadia –The Forts Walking Track (3 kilometer), een track omgeven door enorme keien. We vervolgen onze weg op de Forts Walk (5,6 kilometer). Deze track moet het hoogtepunt van de dag worden, want met een beetje geluk kunnen we hier wilde koala’s spotten!

 

Foto 42 – Uitzichten Magnetic Island

En ja hoor, na tien minuten lopen zien we opeens een jongen van rotsen buiten het pad af klimmen. Hij wijst naar één van de bomen: “Daar zit een koala!”. We klimmen erheen en zo staan we opeens op nog geen meter afstand van een koala. Wauw, wat ziet hij er zacht uit! Hij beweegt gewoon niet eens wanneer we dichtbij komen. Koala’s slapen gemiddeld zo’n twintig uur per dag, dit in verband met hun langzame metabolisme. Niet zo gek dus dat het beestje vredig slaapt wanneer we aankomen. Tijdens het fotograferen kijkt hij een paar keer slaperig om zich heen. De koala lijkt zo zacht dat je de behoefte om hem op te pakken echt moet onderdrukken. Een paar honderd meter verderop zien we weer een koala, maar nu pal aan het pad, op ooghoogte. We hebben geluk vandaag!

Het fort waar we naartoe lopen is gebouwd tijdens de tweede wereldoorlog voor de Amerikanen die op dat moment oorlog voerden met de Japanners. Met uitzicht op de Koraalzee blijkt de locatie een perfecte lunchspot.

Foto 45 – Fort Magnetic Island

Na de lunch lopen we door naar Horseshoe Bay (4 kilometer), waar we een heerlijk Italiaans ijsje verorberen bij Adele’s Café. Die hadden we wel verdiend na die kilometer vandaag! Uiteindelijk nemen we de bus terug naar de ferry om weer terug te keren naar het vasteland. Om 16.00 uur komen we weer terug aan op de camping. Bertha pakt een middagdutje, terwijl Erik de was van vanmorgen opvouwt. Tijdens het eten koken komen er opeens twee valse katjes gitaarspelen. Het stel lijkt compleet van de wereld te zijn en de maten waarbij ze de tekst niet kennen, neuriën ze stotterend vol. We zijn blij wanneer we na een uur verlost zijn van dat kattengejank. Hopelijk blijven deze deuntjes vanavond niet te lang in ons hoofd rondzingen.

 

Maandag 16 juli 2018 Townville – Airlie Beach

Erik is tussen 01.00 uur tot 03.00 uur even de tent uit geslopen om de WK Finale te kijken in de campkitchen. Uiteraard helemaal alleen, de Ozzies zijn niet echt fan van voetbal, dat is meer voor mietjes.

Stilletjes ziet Erik Frankrijk met 4-2 van Kroatië verliezen. Hij had het graag andersom gezien.

 

In de ochtend rijden we verder in zuid oostelijke richting, op naar Airlie Beach. De hoofdweg 1 is heuvelachtig, maar verveelt snel. Lange stroken suikerrietplantages maken enkele keren plaats voor bossen. Onderweg stoppen we bij een boerenkraampje om fruit te kopen. We hadden verwacht dat dit veel goedkoper zou zijn dan in de supermarkt, maar niets is minder waar. Appels à 7 AUD per kilo?? Uhm… dan houden we het maar bij twee appels. De mangochutney ziet er heerlijk uit, maar voor 10 AUD per potje bedanken we vriendelijk. Na een appeltje rijden we verder.

 

Om 11.45 uur stoppen we op een mooie parkeerplaats voor lunch. We stoppen expres zo vroeg, wetende dat we een heerlijk zelfgebakken broodje hamburger hebben. De afgelopen uren hebben we beide aan niets anders kunnen denken. J De hamburgers zitten vaak per vier verpakt. Wanneer we er dan twee voor het diner gebruiken, kunnen we de overige twee de volgende ochtend voor de lunch bakken. Smullen geblazen!

 

Rond 14.00 uur komen we aan op Flametree Tourist Village (31 AUD per nacht). Tijdens het opzetten van de tent horen we onze overburen discussiëren over wat er met Bertha’s motor is gebeurd. Na een half uurtje stappen de drie heren op ons af en horen ze met verbazing ons verhaal aan. De laatste avond van hun vakantie is aangebroken en ze nodigen ons van harte uit om hun zelfgestookte whisky te proberen. Na een douche schuiven we aan. Erik krijgt een glas driekwart vol pure whisky. Bertha krijgt een glas op de manier zoals zij het zelf altijd drinken: half whisky, een kwart spa rood (zelf gemaakt met behulp van hun meegenomen bubbelmachine), een kwart Cola (voor de smaak, aldus hun eigen oordeel) en een ijsblokje (ze hebben zelfs een beschikking over een vrieskist, en dat op een camping!). De drank is goed te doen, maar we worden er vooral snel aangeschoten door. En wij zijn niet de enige. De mannen zijn vanmiddag al begonnen en daar beginnen de gevolgen hiervan al zichtbaar te worden. Bij het aansteken van de barbecue, staat deze opeens geheel in vuur en vlam. Gelukkig blijven ze er vooral rustig bij. Het kan hem ook eigenlijk weinig schelen en tegen beter weten in doet hij de klep van het apparaat dicht. Haha! De mannen vertellen ons dat ze tijdens deze twee weken vakantie hier al veel mensen hebben uitgenodigd, maar dat wij de eersten zijn die hun aanbod aanneemt. Haha! Nadat al het vlees is (aan)gebakken, wordt ons al het vlees aangeboden. Met de hoeveelheid drank die ze genuttigd hebben, hebben ze eigenlijk zelf geen honger meer. En ze hebben nog zoveel vlees gekocht vandaag. Ze zijn hier al twee weken aan het vissen, maar deze willen helaas niet echt bijten. Een beetje onwennig en overweldigend door het aanbod vallen we aan. De biefstukken, worstjes en de restjes sla gaan er goed in. Wel makkelijk, hoeven we zelf ook niet meer te koken. Dit zou in onze huidige staat ook al lastig gaan…

 

De eigenaars van de camping komen voor een tweede keer langs om te vragen of het wat rustiger kan. Tijdens de eerste keer had één van de mannen de speakers van zijn auto vol aan staan. Niet zo gek dus, dat hier met een kleine corrigerende vinger geheven werd. Deze keer is het het enthousiaste geschreeuw van de heren. We hebben alle gezag voor deze campingeigenaren die dit slechte nieuws zelfs met een lach en een proost weten te brengen. Wij vinden het hiermee ook wel welletjes geweest. Tijd om naar bed te gaan, want morgenvroeg staat er weer een nieuw avontuur op de planning!

 

Dinsdag 17 juli 2018 Airlie Beach – Whitsunday Islands

Om 5.45 uur gaat de wekker. “Ik drink nooit meer!” Met een klaagzang wordt Erik wakker. Erik voelt zich nog een beetje dronken, maar durft het toch aan op de motor met Bertha achterop naar Shute Harbour, vijf kilometer verderop. We hebben voor 7.45 uur een kayak gereserveerd. Iets later komt de eigenaar van Salty Dog Sea Kayaking aangelopen: “vinden jullie het ook leuk om elk een kayak te varen in plaats van samen in één. Voor hetzelfde geld uiteraard?” “Ja, natuurlijk!”. We hadden vanwege de uitgaven een dubbele gereserveerd à 90 AUD voor een halve dag (een enkele kost 130 AUD voor een halve dag). De eigenaar is direct doch vriendelijk en legt in een rap tempo alles uit:

  • De routes die we kunnen varen;
  • Hoe we eruit moeten klimmen wanneer hij om slaat.

 

Verder worden we compleet uitgerust met zwemvesten (verplicht!), pompje om het water uit de kayak te zuigen, spons om het overige water eruit te boenen, fles azijn voor als we worden gestoken door de stingrays en een bus met vier noodpijlen voor als we op open zee terecht komen en niet meer terug kunnen peddelen (twee pijlen voor ’s nachts en twee pijlen voor overdag). Na deze peptalk zijn we er klaar voor. Door aan het touwtje te trekken klappen we het roer uit. Met de voeten kunnen we sturen. Links is naar links en rechts is naar rechts. We gaan volle kracht vooruit, eerst doorkruizen we de vaargeul en dan gaan we richting Repair Island. Rondom dit eiland is het koraal zo ondiep. Vorig jaar is hier een orkaan geweest (Debbie) die hier meer dan 90% van het koraal verwoest heeft. We zien veel koraal op de stranden liggen, maar voor ons gevoel zien we ook nog opvallend veel in zee.

Foto 46 – Daar gaan we!

De eilandengroep Whitsundays schijnen één van de mooiste van Australië te zijn. Hoewel er dagelijks (luxe) boten vol naar de eilanden trekken, waarbij een dagtripje al snel 250 AUD per persoon kost, leek ons het kanoën om een deel van deze eilanden heen nog wel zo leuk. Bovendien is dit een stuk goedkoper, gezonder en zijn we de enigen!

Foto 47 – Knalblauwe zee

We vervolgen onze route tussen Shute Island en Tancred Island, waar Erik opeens een schildpad boven water ziet komen. Samen achtervolgen we hem. De schildpadden zijn totaal niet bang voor ons wanneer we er naast zwemmen, zoals een paar dagen geleden, maar nu met zo’n rode of gele kayak maken ze snel dat ze wegkomen. Het is lastig bij te houden. Het wordt ook steeds ondieper en voordat Bertha het doorheeft loopt ze op de klippen, vast op het koraal. We probeerden echt alles te ontwijken, maar het is zo lastig te zien boven het water. Met de peddel kan ze zich weer afzetten in het zand en weer op snelheid komen zodat ze bij het volgende ondiepe stuk niet gelijk weer vast komt te zitten. Het water is zo helder blauw en alle eilanden zijn bezaaid met hoge dennenbomen. Echt prachtig, zelfs met een kater! Bij ons verste punt, white rock, parkeren we onze kayaks om op de rotsen te klimmen. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht. We houden onze ogen open voor walvissen, maar helaas. Wat wel heel maf is, is dat we hier bijna helemaal alleen zijn. Op een enkel bootje na is het op het water uitgestorven.

We varen om Shute Island heen naar Gunn Island en parkeren de kayaks bij het Conway National Park aan het vaste land. Hier is het strand pas echt wit en het water zo helder. Het is wel oppassen geblazen, want het wordt momenteel zo snel vloed dat binnen tien minuten de kayaks weer compleet in het water liggen. Gelukkig staat de stroming naar het strand toe.

Om 11.45 uur leveren we de kayaks weer in. Wat was het genieten op het water! De lunchboterhammen hebben we al opgegeten. Of het door de inspanning komt of door de kater van gisteravond weten we niet, maar we hebben zo’n zin in Fish & Chips. Met de motor rijden we naar Airlie Beach, twaalf kilometer verderop, waar we vlakbij het strand genieten van een gepaneerde makreel en friet met mayo (13 AUD). Smullen geblazen!

Foto 53 – Airlie Beach Fish & Chips

Na een kleine wandeling door het toeristische dorpje houden we het voor gezien. We rijden terug naar de camping waar we de rest van de dag kunnen chillen in de zon (23 graden Celsius).

Foto 54 – Lekker bakken

Woensdag 18 juli 2018 Airlie Beach – Sapphire

Het is een lange rij dag, weer dwars door het binnenland heen. Eerst over de A1, dan over de 5, de 70 en vanaf Capella slaan we de toeristische en snelste route in en rijden zo over het woeste binnenland van Australië.

Foto 55 – Clermont Rubyvale Rd

Sapphire staat bekend om The Gemfields, oftewel de velden vol edelstenen. Vlakbij de gemfields zien we links en recht hopen grond, omgeploegd door ‘schatzoekers’. Sapphire betekent Saffier, een blauw/violet/groene edelsteen. In dit gebied hebben ze de grond opengesteld voor schatgravers. Je betaald 4 AUD voor een wildcamp spot op de gemfields en nog eens 11 AUD permit per persoon om te mogen zoeken. Helaas paste onze opvouwbare schop niet meer in de koffer, dus houden we het bij kamperen. Via WikiCamps vinden we Big Bessie Fossicking Area. Eenmaal aangekomen blijkt het niet een bepaalde kampeerplek te zijn, maar een groot bos waar je overal je tent mag opzetten. Het lijkt overigens alsof de diehard schatzoekers hier al maanden staan. Sommige caravans zijn volledig één geworden met de natuur. We moeten wat kangoeroes wegjagen om een geschikt plekje te vinden midden in de bossen, met om ons heen toch al wel bijzondere stenen her en der. Wanneer de zon weg is, wordt het snel koud. Tijd voor een kampvuurtje!

Donderdag 19 juli 2018 Sapphire – Carnarvon Gorge National Park

Terwijl we ontbijten zien we de kangoeroes in de verte om ons heen. Prachtig! Via de A4 en de A7 vervolgen we onze weg. De binnenwegen zijn heuvelachtig en het is verrassend om te zien hoe men hier met creativiteit om gaat. We zien een magnetron als brievenbus en het bordje ‘Christmas Creek’ is versierd met kerstslingers. Haha!

 

We slaan af naar Wyseby Road richting Carnarvon National Park en worden gewaarschuwd voor wandering stock (loslopend vee). Over de 40 kilometer lange weg moeten we maar liefst drie keer vol in de ankers voor kuddes koeien. Één kudde is reizend. Ze noemen dat hier Traveling Stockroute en de mensen die daarbij horen heten ‘dovers’. De kudde reist van vruchtbare grond naar vruchtbare grond. De eigenaars reizen in auto’s en caravans met hun mee. Voorop gaat een trailer met een watertank om de koeien te lokken. Er omheen zien we vier mensen te paard om de kudde rustig en gecontroleerd bij elkaar te houden. Een auto met caravan (toerist) die ons tegemoet rijdt heeft pech. Hij wil de kudde doorkruisen, maar eindigt met drie paarden voor zijn auto die niet harder dan stapvoets voor hem uit lopen. Het is een prachtige route.

Halverwege de middag komen we aan bij Takarakka Bush Resort & Caravan Park (38 AUD voor een tentplaats). Door de buurman worden we verwelkomd met twee koude biertjes. Hij vindt dat we dat wel verdiend hebben na zo’n reis helemaal vanuit Amsterdam.

 

Nadat de tent staat, lopen we naar de bar waar een reizend gezin (ouders, zoon, dochter) viool en cello speelt en waar de biertjes voor de helft van de prijs over de toonbank gaan. 3,50 AUD! Feestje!

 

Om 17.00 uur wordt de bar gesloten en geeft een ranger uitleg over het National Park. Hij geeft aan waar wel en waar niet naartoe te gaan en waar je de grootste kans hebt het bijzondere vogelbekdier te spotten!

 

Vrijdag 20 juli 2018 Carnarvon Gorge National Park.

Zoals gebruikelijk als we ergens twee nachtjes slapen, brengen we ’s ochtends de was naar de wasmachine. En tot haar verbazing ziet Bertha allemaal kangoeroes wanneer ze langs de receptie loopt. Zo dichtbij heeft ze ze nog nooit gezien! Terug bij Erik, vertelt ze haar verhaal en ook Erik wil het met eigen ogen meemaken!

We rijden met de motor de vijf kilometer naar de ingang van het Carnarvon Gorge National Park. Op advies van de gids lopen we eerst naar de Art Gallery (zes kilometer). Op de route hier naartoe zien we hoe mooi het National Park is. Hoge bomen, met hoog groen gras, prachtig! Onderweg zien we een Moeraswallaby (Swamp Wallaby), een soort kleine kangoeroe, maar dan heel donker en met een witte staartpunt.

Foto 65 – Diverse rivieroversteken

Bij de Art Gallery zien we rotstekeningen gemaakt door de Aboriginals, weliswaar minder gevarieerd dan bij Kakadu National Park, maar toch zeker interessant. We zien weer veel handjes, die als waarschuwing gelden, maar ook als maker voor de tekeningen. We zien boemerangs, als teken dat er in de buurt gejaagd kan worden op dieren, en grote ronde gaten als teken dat er water in de buurt is.

De Art Gallery is voor ons ook gelijk het verste punt van de hike de kloof in. Vanaf hier pakken we de zijtracks weer terug. Ward’s Canyon is een 40 meter diepe kloof die steeds smaller wordt waar je doorheen kunt lopen. Het Amfitheater is een 40 meter diep gat temidden van rotsen dat is ontstaan door losliggende keien die er uiteindelijk zijn uitgedreven door het water. Wij benaderen dit gat vanuit een smalle doorgang aan de onderkant. De laatste zijtrack is Moss Garden. Deze laatste trail is omringd met, hoe kan het ook anders, mos. De track komt uit op een groene waterval, prachtig. Het meest indrukwekkende hier echter is de python die we opeens zien bewegen over een boomstam, zo’n drie meter van het pad af. De slang is zo’n twee meter lang en zo’n tien centimeter dik. Hij ziet er gevaarlijk uit, maar kan volgens een omstander alleen doden door te wurgen. Dit is altijd nog minder eng dan een slang die kan doden door een giftige beet, zoals de bruine slang, die er overigens weer een stuk minder eng uit ziet. Maar deze bruine slang hebben we gelukkig nog niet gezien!

We nemen nog een omweg naar de parkeerplaats en doen de Nature Walk langs het water. Volgens de ranger van gisteravond zitten hier de vogelbekdieren en het paringsseizoen is net begonnen, dus zijn de kansen om ze te zien groot. Al snel zien we enkele kleine schildpadden zwemmen, zo’n 30 à 40 centimeter in doorsnee. En dan zien we ribbels op het water en bubbels. De ranger had ons gister verteld vooral uit te kijken naar de kleine golfjes op het water. En dan komt het vogelbekdier opeens boven spartelen. Het dier is zo bijzonder, omdat het uit de oertijd stamt en momenteel het enige zoogdier ter wereld is dat eieren legt én dat een snavel heeft. Ze maken holletjes aan de oever van de rivier die alleen te bereiken zijn via het water. Het beestje is eigenlijk niet zo heel groot, maximaal 50 centimeter. Eerlijk gezegd valt het een beetje tegen, haha! Omdat iedereen die we tegenkomen in Australië het over dit beest heeft, hadden we een beest verwacht ter grote van een zeeleeuw. Het lijkt nu wel ook logischer dat het zo bijzonder is om hem te kunnen zien!

Foto 77 – Vogelbekdier

We genieten zo’n tien minuten van het dier, dat druk op zoek is naar waterinsecten. Maar dan komt hij opeens niet meer boven. Hij is vast in zijn holletje verdwenen. Terug bij de parkeerplaats zien we zes kangoeroes. Je kunt ze bijna aanraken zo dichtbij en twee van hen dragen jongen die soms even naar buiten komen om zogenaamd gras te eten. Het was een fantastische dag en met een trail van zo’n zestien kilometer voelen we het wel aan onze voeten. Misschien wel één van de mooiste National Parken tot nu toe gezien in Australië!

Foto 78 – Overal Kangoeroes

Terug op de camping heeft onze buurman alweer een koud biertje klaargezet. Één biertje wordt twee en later komt zijn vrouw er ook bij zitten. De man heeft zelf ook motor gereden rondom Australië. Ook al is hij 65, hij werkt nog volop. Hij bezit drie pizza auto’s, waarmee hij diverse festivals af gaat en daar verdient hij naar eigen zeggen dik geld mee. Al heeft hij een buurman die nóg meer verdient. Deze buurman bakt hamburgers en hoeft voor zijn jaarinkomen maar naar één festival per jaar te gaan, genaamd Big Red Bash te midden in de woestijn bij Birdsville. Met vier dagen hamburgers bakken verdient hij een ruim jaarinkomen! Doe ons zo’n baan!! Onze campingbuurman heeft vrienden die wijn maken en laat ons zo kennismaken met twee heerlijke rode wijnen uit Australië. Uiteindelijk stelt hij voor om samen te koken. Hij heeft biefstuk voor vier personen van de lokale slager en een beetje krieltjes en doperwtjes. Wij brengen onze zuurkool uit blik ten tonele (iets wat onze buren beide nog nooit hebben geproefd), tezamen met de biefworstjes. Onze buurman stelt voor het allemaal klaar te maken, zo kunnen wij nog gezellig kletsen met zijn vrouw. Lekker makkelijk voor ons! Het is een super gezellige avond met veel te veel drank. Wanneer we uiteindelijk ook de laatste druppels uit onze Goon Bag geknepen hebben, is het tijd om naar bed te gaan….

 

Zaterdag 21 juli 2018 Carnarvon Gorge National Park – Mungungo

We rijden terug naar Rolleston. De plaatsnamen in deze regio zijn alleen al de reden om er doorheen te rijden. Over de 60 rijden we door Banana naar Biloela, waar we boodschappen doen en wonder boven wonder een nieuwe stekker weten te bemachtigen. De vorige stekker (van AUS naar EUR) zijn we drie dagen geleden bij de camping verloren en het is al lastig om een nieuwe te vinden in dit grote land, laat staan in de kleine dorpjes.

Bij Monto slaan we linksaf van de A3 naar de 69, terug op de kleine wegen. De hele dag zien we niets anders dan weilanden met koeien en we zijn benieuwd waar we vandaag weer terecht komen. Bijna aangekomen op onze reisbestemming lijken we steeds verder van de bewoonde wereld af te zijn. Dan doemt er in de middle of nowhere een pub op, de Mungungo Pub. Enthousiast worden we verwelkomd. Iedereen in de pub geeft ons een hand en we besluiten direct een biertje te doen. Ook deze pub hebben we gevonden via de WikiCamps app. De ongeschreven regel bij pubstays is dat je gratis in de tuin mag overnachten, mits je wat nuttigt in de bar. Daar zijn wij natuurlijk niet zo moeilijk in! De ‘camping’ heeft zelfs een ‘gratis’ douche en toilet.

Nadat we een eigen prakje hebben bereid en genuttigd, gaat we opnieuw de pub in, waar de eerste locals al behoorlijk aangeschoten beginnen te raken. Het bier is er niet duur, 4,40 AUD voor 0,3 liter en 5,40 AUD voor 0,5 liter XXXX Gold. We besluiten een potje te poulen (1 AUD). Tijdens het spel worden we aangesproken door een 76-jarige dronken local: “Moeten jullie straks nog ver rijden?” “Nee, we slapen hier”, antwoorden we. “Gelukkig maar! Ik moet straks nog wel naar huis, en hoe minder mensen op de weg, hoe beter voor mij, begrijp je?” Als hij bij het wegrijden onze tent maar laat staan…

 

Tijdens het tandenpoetsen horen we de muziek van het dorpshuis, dat achterop het landgoed zo’n beetje naast onze tent staat. We nemen een kijkje en wat blijkt, ze hebben er hun wekelijkse stijldanslessen. Te leuk om even te kijken! Wat ziet het leven er toch anders uit op het platteland!

Foto 83 – Stijldanslessen in het dorpshuis

Zondag 22 juli 2018 Mungungo – Hervey Bay

Bertha was gister uit haar motorbroek gescheurd. Kwam dit nou door de biertjes?? Hoe dan ook, deze wordt vanochtend vakkundig genaaid. Helaas is er hier, in tegenstelling tot Indonesië, niet op elke hoek een naaiatelier te vinden. Door een enthousiast stel worden we voor de pub nog op de foto gezet en dan is het tijd om weer te gaan.

Foto 84 – Mungungo Pub

Zo’n pubstay kunnen we best vaker doen, roepen we in koor door het intercomsysteem. We vervolgen de Monto – Gladstone weg die na een afslag opeens offroad over de Kalpowar road verder gaat. Onverwachts en daarom zo leuk! Lekker door de bossen sjezen en ondertussen oppassen voor de koeien! Tijdens deze 100 kilometer komen we slechts twee auto’s tegen. Heerlijk! Terug op de Bruce Highway A1 stoppen we bij Gin Gin om te tanken. Nee, helaas geen gin tonic! Een truckchauffeur spreekt ons aan en vertelt zijn verhaal dat plaats heeft gevonden in 1985. In dat jaar ging hij op de motor van Griekenland naar Jordanië, een reis waar hij nog vaak aan terugdenkt. Hij vindt het fantastisch dat wij een vergelijkbare reis maken, we zullen er met trots onze kinderen over kunnen vertellen. Stiekem kan hij niet wachten totdat zijn kinderen het huis uit zijn om weer op pad te gaan! Super leuk om zo’n enthousiast verhaal te horen!

 

Voordat we op de camping aan komen, rijden we langs een bowlsveld. We hebben er al zoveel gezien tijdens deze reis in Australië en besluiten dat het tijd wordt om een foto te maken. Bowls is van oorsprong een Engelse sport die vrijwel in elk Australisch dorp of stad gespeeld wordt, en dan met name door bejaarden. De sport leent zich er voor om buiten en binnen gespeeld te worden. De bowls zijn ongeveer 1500 gram en zijn in verschillende merken, gewichten en kleuren te verkrijgen. De bowls zijn excentrisch geslepen waardoor ze gaan curven. Daardoor maken ze hun typische bocht (curve). De bedoeling van het spel is om de bowl zo dicht mogelijk bij het kleine balletje (jack) te plaatsen, à la Jeu de Boules. Voor elke bowl van het team die het dichtst bij de jack ligt krijgt men één punt. Het spel kan alléén (single) worden gespeeld, maar ook in teams van 2 (pairs) , 3 (triples) en 4 (fours) personen. Het verschil tussen Bowls en het Jeu de Boules veld, is dat het veld van Bowls vlak is, het wordt op bijvoorbeeld tapijt gespeeld en bij Jeu de Boules is dit veelal zand of gras.

Foto 85 – Getuige van een ferm potje Bowls

Om 14.00 uur checken we in bij Scarness Beachfront Tourist Park in Hervey Bay. We hadden om 12.00 uur gebeld voor een plek (15 AUD), maar de plek die we nu krijgen aangewezen blijkt al bezet. “Een foutje met de computer”, wordt er gezegd door de chagrijnige receptionist. Uiteindelijk mogen we voor hetzelfde geld een tent opzetten achter drie caravans, onder de bomen waar elke paar seconden de lokale kraaien hun behoeftes doen. Wat een kutplek! Gelukkig hebben we buren die het geen probleem vinden dat we op hun grondgebied staan.

 

Na een korte zoektocht op internet boeken we telefonisch een dag tour op Fraser Island voor morgen. Vele dagtochtjes zitten al vol en we eindigen op een deal à 240 AUD per persoon voor een 19-persoons bus. Onze duurste excursie tot nu toe, we zullen zien!

Foto 86 – Zonsondergang Hervey Bay

Maandag 23 juli 2018 Hervey Bay – Fraser Island

De bus die ons op komt halen van Fraser Island Explorer komt vijftien minuten later dan gepland (7.30 uur), door een uitval van één van de 4 x 4 bussen. Dat belooft nog wat vandaag! Maar de chauffeur verontschuldigd zich keer op keer en uiteindelijk krijgen we bijna medelijden met hem. Met de bus rijden we naar River Heads, waar we op de ferry worden gezet naar Wanggoolba Creek haven op Fraser Island. De overtocht duurt een half uurtje en is buitengewoon koud. Bijna iedereen draagt een korte broek, maar de wind maakt de gevoelstemperatuur maximaal tien graden Celsius.

We komen aan midden in het mangrovebos, waar de gouden bus voor de premium tour al klaar staat. Butch, onze gids, zit boordevol energie en is de hele ochtend geen moment stil. Terwijl hij de 19-persoonsbus door het zand manoeuvreert vertelt hij over van alles en nog wat door zijn handsfree microfoontje. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld. We hebben nog even getwijfeld om er met de motor doorheen te rijden, maar wanneer we overdag zelfs de 4×4 wagens zien strubbelen, zijn we blij met onze beslissing.

 

Fraser Island wordt door de oorspronkelijke Aborigines K’gari (‘paradijs’) genoemd. Het is door de Europeanen genoemd naar Eliza Fraser, de vrouw van de kapitein van het schip dat in 1836 op de klippen liep bij dit eiland.

 

Het landschap is zeer afwisselend: mangrovebossen, tropische regenwouden, eucalyptusbossen en duinlandschap. Fraser Island is de enige plaats ter wereld waar regenwoud hoger dan 200 meter boven zeeniveau op zandduinen groeit. Mooi om met deze motor wereldreis hier te komen. In de vele meren op Fraser Island komt niet al te veel leven voor vanwege de zuurtegraad en lage voedingswaarde van het water. Het water is gewoonweg te schoon! Op het land bevinden zich wel vele diersoorten, waaronder de wilde honden genaamd dingo’s.

 

Door het regenwoud rijden we eerst naar het Centraal Station. Vroeger reed er een treintje op Fraser Island en was dit het hoofdstation en het grootste dorp. Het eiland is 122 kilometer lang en 5 tot 25 kilometer breed. Voordat de Europeanen in dit dorp woonden, woorden de Aboriginals hier. De reden is de schone en heilige zoete rivier, die voor vrouwen werd gebruikt om te bevallen. Nu loopt er een boardwalk door het regenwoud waar we kennismaken met noten die naar citroen ruiken.

Via de 75 Mile Beach rijden we verder. Onderweg zien we enkele dingo’s. Dit zijn de puurste dingo’s van Australië. Ze zijn extreem gespierd en hebben een dikke nek. Opvallend genoeg leven ze hier voornamelijk van vis. Aan de rechterkant van de bus zien we op ongeveer 1000 meter in het water walvissen zwemmen en water spuiten! Gaaf om te zien! Ze lijken zo’n tien meter lang!

We komen aan bij De Pinnacles, waar de duinen zijn opgebouwd uit verschillende zandlagen met verschillende kleuren, van lichtbruin tot donkerrood. De volgende stop is het wrak van het cruiseschip S.S. Maheno. In 1935 werd het schip, dat toen niet meer dienst deed, gesleept door een ander schip van Sydney naar Townsville. Tijdens een cycloon raakte de S.S. Maheno echter los en verdween het tezamen met de acht bemanningsleden. Een paar dagen later werd het schip door een piloot voor de kust van Fraser Island terug gevonden, waar het nu nog steeds ligt.

Het schip vinden we persoonlijk niet zo interessant. Wat we wél interessant vinden zijn de twee jongens die vlakbij het schip zeepieren aan het vissen zijn. Een (dood) tonijnenhoofd slepen ze langs de waterlijn. De zeepieren komen op de vis af en wanneer het kopje van de pier boven komt, is het zaak de worm zo snel mogelijk vast te pakken en deze uit het wad te trekken. Het is kunst om zo snel mogelijk te handelen, omdat ze anders weer weg zijn. Ook moet het secuur gebeuren, want voordat je het weet trek je zijn kop eraf. Deze lange pierenwormen worden als aas gebruikt en kunnen tot wel twee meter lang zijn!

Terwijl ons een jus d’orange en een chocoladekoek wordt aangeboden rijden we naar Eli Creek, waar we door een beek heen lopen. Het water is zo extreem helder! En het water stroomt geluidloos over het zand. Heel bizar.

We rijden verder naar onze lunchplek, McKenzie’s Restaurant. Erik mag van de gids voorin zitten. Hier heb je namelijk het mooiste uitzicht. We knallen over het strand heen, soms ten koste van de andere strandbezoekers of -bestuurders. Onder het genot van een wijntje en een kaasplankje komen we even tot rust. Als lunch krijgen we vis + friet + salade + steak sandwich. Het is allemaal tot in de puntjes verzorgd. Na de lunch rijden we naar Lake McKenzie wat het hoogtepunt van de dag moet zijn. Dit zoetwatermeer is ook super helder en licht met de zon knalblauw op. Het ziet er wel mooi uit, maar misschien zijn we al te verwend door deze reis… we hebben wel mooier gezien.

Door de gids worden we uiteindelijk afgezet bij Kingfisher Bay. Hier moeten we een half uurtje wachten op de ferry. Tijdens het wachten zien we een dingo een zak chips afpakken van een groepje jongeren. Het is eigenlijk verboden om eten mee te nemen naar het strand precies om deze reden. Wanneer de dingo’s verwend worden door de mens, zal hij altijd terugkomen en dit kan op den duur gevaarlijk zijn. Terwijl over het hele eiland waarschuwingsborden hangen met hoe je te gedragen met een dingo in de buurt (niet knielen, niet rennen ), knielt één van de ouders met een kind, terwijl een andere drie-jarige hard naar de zee rent. De ouders hebben er blijkbaar niets van begrepen, of ze hebben een slokje te veel op, maar dit kan levensgevaarlijk zijn. Er zijn verhalen bekend over een dingo dat een kind op at. Diverse rangers maken foto’s van het gebeuren en de politie wordt op de hoogte gesteld. De boete voor het voeren van dingo’s kan oplopen tot 550 AUD per persoon. Omdat in dit geval alle vier de volwassenen aansprakelijk gesteld kunnen worden, zal het bedrag al snel richting de 2.200 AUD lopen. Ai! Terwijl het schouwspel voort duurt, is onze ferry aangekomen. Hoe het is afgelopen, zullen we nooit te weten komen.

 

Op de ferry genieten we nog van een biertje en een wijntje terwijl de zon langzaam onder gaat. Of de tour het geld waard was? De bezienswaardigheden waren wat ons betreft niet heel spectaculair, maar het was hoe dan ook een prachtige dag met een actieve en enthousiaste gids en wij zijn blij ooit voet aan grond te hebben gezet op Fraser Island!

Dinsdag 24 juli 2018 Hervey Bay – Kikivan

Omdat we de afgelopen twee nachten niet op een officiële plek stonden, maar achter een paar dikke auto’s en het metershoge hek, vinden we het niet terecht dat we het volle pond moeten betalen. De receptie denkt hier zonder enige twijfel en excuses anders over. Hoe dan ook, we hebben slechts voor één nacht betaald. Na de tweede nacht vertrekken we vroeg in de ochtend, gooien de wc-sleutels in de key-box en vertrekken met gierende banden. Ammehoela!

 

We rijden eerst langs de showroom van Helinox in Hervey Bay. In mei hadden we twee campingstoeltjes gekocht, super duur, maar we zijn er enorm blij mee. Toch was één stoeldopje al na twee dagen stuk. We werden uitgenodigd om langs te komen in de showroom, waar het dopje binnen tien minuten gemaakt wordt. Bovendien vragen de twee personeelsleden geïnteresseerd naar of we de oorzaak weten van het losschieten van dit dopje: bij het inklappen of afbreken van de stoel? Ze zullen direct hierover contact opnemen met het hoofdkantoor in Zuid Korea!

 

We vervolgen onze weg naar Maryborough waar we boodschappen doen in motorolie. De motor van Bertha lekt sinds de laatste dagen extreem veel olie bij de koppakking. We gaan er nu niet meer aan sleutelen. Dit is iets om thuis gelijk naar te kijken. Terwijl we de boodschappen bij de Coles inpakken staat er een auto naast ons waarin drie oudere mannen volop aan het bier en sigaretten zitten. Let op… het is nog geen 12.00 uur geweest! Wanneer Bertha aan Erik vraagt waar we heen gaan, zegt Erik voor de gein: “going to the Bottleshop!”. De mannen in de auto beginnen hard te lachen: “Now we’re talking! Where do you need all that food for if you just can drink beer?!”. We moeten er zelf ook wel hard om lachen. Mooie tegeltjeswijsheid.

 

Op naar onze eindbestemming voor vandaag: HandleBar Haven, vlak voor Kikivan. De entree is duidelijk gemaakt met twee roze trekkerbanden. Dat dit een bikers-only camping is, wordt duidelijk gemaakt met de smalle doorgang, waar geen auto doorheen gaat passen. Op de oprijlaan staan een zestal kangoeroes die verbaasd blijven staan wanneer we voorbij rijden. We zien een motor in de boom en een pop op een motor, maar voor de rest is het er uitgestorven. We maken wat foto’s, maar besluiten dan toch maar op zoek te gaan naar iets anders. Weinig gezelligheid hier, het doet bijna een beetje eng aan met al die poppen.

We hadden op de weg hierheen een 20-uurs parkeerplek gezien, zo’n tien kilometer terug, waar we de tent opzetten tussen drie andere caravans. Fat Hen Creek Rest Area (GPS: -26.090111, 152.288265) is een prachtige locatie met mooi gras. De wc’s trekken nauwelijks door, maar dat mag de pret niet DRUKKEN.

Foto 114 – Fat Hen Creek Rest Area

Woensdag 25 juli 2018 Kikivan – Mudjimba (Sunshine Coast)

Vandaag starten we rustig op. We hoeven maar 150 kilometer te rijden en zijn vanaf 15.30 uur welkom bij Chantal Simons, maar daarover later meer.

 

Rond 10.30 uur vertrekken we vanaf de rest area. Wij denken zelfs dat we nog nooit eerder zo laat van een camping zijn vertrokken. Het feit dat de reis ten einde loopt en dat we veel over thuis, werk en solliciteren nadenken heeft er ook mee te maken. We hebben niet zo’n zin om ons einddoel te bereiken en stellen dit het liefst zo lang mogelijk uit. Het lijkt wel alsof de puf er een beetje uit is… We rijden in een uurtje naar Noosa Heads, het meest noordelijke puntje van het rijke kustplaatsje Noosa. Temidden van de bomen, boskalkoenen en met uitzicht over de zee nuttigen we onze lunch. Een prachtige plek.

Via de mooie kustweg rijden we door naar Coolum Beach, waar we onder het genot van een kopje koffie (5,50 AUD per bakkie) de telefoons opladen. Deze coffee club is helemaal hip. Je kunt hier namelijk kosteloos powerbanks lenen om je telefoon op te laden.

Stipt om 15.30 uur krijgen we een berichtje van Chantal, ze is net thuis. We stappen direct op de motoren en rijden het laatste kwartiertje langs de kust. Chantal Simons is zelf ook een vervend motorrijder. Vier jaar geleden heeft ze op een Yamaha XT250 eerst een rondtrip gemaakt door Australië, samen met haar vader. Na deze rit besloot ze in haar eentje door te gaan en over land naar Nederland te rijden. Afgelopen jaar is ze definitief geëmigreerd naar Australië en hier zit ze er aan te denken het motorrijden met mindfulness in cursussen aan te bieden. Enorm interessant Chantal!

Foto 117 – Chantal showt ons haar stoere motortas

Hoewel ze tijdens haar reizen nog niet vegetarisch was, is ze dat nu wel en kookt ze voor ons een heerlijke vegetarische maaltijd. Jummie! Onder het genot van een rood wijntje halen we samen avontuurlijke verhalen op. Het is altijd super leuk om herkenbare plekken of momenten te delen. Na alle verhalen is het tijd om te slapen. We zijn de eerste gasten die op de nieuwe bank mogen slapen! Morgen slapen we voor het eerst sinds Perth weer in een grote stad, namelijk Brisbane. We zijn benieuwd naar hoe dat weer zal zijn en wat voor avonturen we daar gaan beleven! Slaap lekker!

 

Love to share:

3 Comments

  1. Dick

    Mooi verslag weer.

  2. Egbert en Lenie

    Wat hebben jullie weer prachtige mensen ontmoet met prachtige verhalen!
    En wat een schitterende onderwaterwereld.
    Zo, dat was ff spannend met het gasbrandertje. Een goede buur met een brandblusser is beter dan…. Maar wel weer wat van geleerd….
    Wat een mooi gezicht om zo dicht bij de kangoeroes in het wild te zijn.
    Weer een mooi avontuur!!!!

  3. I like this post, enjoyed this one thank you for putting up. Dorry Chaim Primaveria

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Top